Niet zo lang geleden stuurde staatssecretaris Van Rijn de wettekst van de Wet Langdurige Zorg (WLZ) naar de Tweede Kamer. Samen met de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en de Jeugdwet voor de jeugdzorg ligt er nu een nieuwe set voor een alternatief en (hopelijk) samenhangend systeem voor zorg en participatie.
De focus ligt hierbij sterk op de inhoud van de zorg en met name op de toegang van bijvoorbeeld de WLZ. De combinatie met de daaraan gekoppelde bezuinigingen stelt iedereen die er mee te maken heeft voor hele grote uitdagingen. De collectieve opdracht is: hoe houden we goede en betaalbare zorg in ons land?
Zorgmedewerkers
Veel en veel te weinig aandacht in deze ontwikkeling krijgt de medewerker die op dit moment werkzaam is in de zorg of de potentiële medewerker die een zorgopleiding volgt. Gemeentelijke overheden zijn daar niet of nauwelijks op gefocust. Dat is om meerdere redenen bijzonder en bovenal ook onverstandig.
Banen op de tocht
De zorg is een arbeidsintensieve sector. Ongeveer 80 procent van het zorgbudget heeft betrekking op de personele inzet van medewerkers. Door de groeiende vraag naar zorg was de zorgsector ook jarenlang een banenmotor. Hier is abrupt een einde aan gekomen en krimp ligt in het verschiet. Veel banen in de zorg staan ten gevolge van de kabinetsmaatregelen ter discussie. Volgens Transvorm, gaat het in Noord Brabant alleen al om 18.000 banen op de korte termijn. In Nederland gaat het dus om een veelvoud hiervan. In economisch opzicht gaat het gelukkig weer wat beter met Nederland, alleen de arbeidsmarkt blijft daarbij achter en een groot zorgenkindje. De gevolgen van de transities zullen deze problemen verder verdiepen.
Arbeidsmarkt
Daarnaast wordt vanaf 2018, door de uitstroom van oudere medewerkers, weer een groeiende vraag naar medewerkers verwacht. Dus krimp nu en groei straks. Overheden en organisaties zullen daar op moeten inspelen om goed opgeleide en gewaardeerde vakkrachten niet blijvend kwijt te spelen. Er wordt momenteel intensief overlegd en samengewerkt met gemeentelijke overheden ter voorbereiding op de transities. De inhoud van de toekomstige ondersteuning staat daarbij centraal. Het bovenstaande arbeidsvraagstuk wordt zelden besproken maar verdient nadrukkelijk een plaats op de agenda. De gemeente Rotterdam is daar wellicht een positieve uitzondering op. Zij waarborgt de zorg door de invoering van de zogenaamde ‘Gouden Standaard’. De gemeente Rotterdam voorziet daarmee in continuïteit van zorgverlening en zorgverlener.
Studenten zorgopleiding
Het arbeidsvraagstuk krijgt nog meer belang als we daar de huidige studenten van zorgopleidingen bij betrekken. De nieuwe instroom zal de komende jaren minimaal zijn, dit komt doordat het perspectief voor werk voor deze jongeren op korte termijn gering zal zijn. Dat is voor de jeugd en voor de zorg een erg slechte zaak want met de vergrijzing zal de zorgbehoefte blijven groeien terwijl de beroepsbevolking verder zal ontgroenen.
Positie van patiënt
Zorg is in de eerste plaats een relationeel proces waarbij in de relatie met de patiënt of cliënt aandachtig bepaald wordt wat gelaten of gedaan moet worden. De kwaliteit van leven zou daarbij centraal moeten staan. Zorg is dus vooral mensenwerk waarbij aandacht voor de zorgvrager tot de core business van de zorg behoort. Het nieuwe samenhangende systeem voor zorg en participatie is gericht op ondersteuning waarbij burgers, cliënten en patiënten nadrukkelijk eerst zelf hun verantwoordelijkheid nemen en via een gelaagd systeem daarna eventueel in aanmerking komen voor professionele zorg. Wie de rol en de positie van de cliënt verandert, verandert daarmee ook expliciet de rol van de professional. De beroepen in de zorg gaan dus veranderen. Dit impliceert dat de initiële opleidingen maar ook de bij- en op-scholingen van inhoud moeten veranderen. Eenvoudige taken zullen niet meer door professionals worden verzorgd. Het accent voor de professionals zal, naast hoogwaardige technische handelingen, meer op regie- en coördinatietaken komen te liggen in complexe situaties.
Innovatie
Willen we inhoudelijke en financiële doelstellingen realiseren dan zal de invoering van de nieuwe wetten ook gepaard moeten gaan met innovatie. De zorg zal zich opnieuw moeten uitvinden onder een financieel regime van bezuinigingen, dit is een complexe herontwikkelingsopdracht. Ondertussen zal er ook gewoon zorg verleend moeten worden aan hen die dat nodig hebben. In dit opzicht is het ook goed om rust te creëren, daar waar mogelijk is, om zo tijd en ruimte te vinden voor de vernieuwing. De kunst is dus om continuïteit en innovatie aan elkaar te koppelen, de Gouden Standaard in Rotterdam doet dit.
Zorgpact
In Brabant is recent een Zorgpact gesloten ( tussen zorgaanbieders, een aantal vakbonden en de opleidingsinstituten) met dezelfde ambitie. Het pact is gericht op behoud van de medewerkers door het organiseren en versterken van de mobiliteit van medewerkers tussen zorgaanbieders. Het pact is ook gericht op een inhoudelijke aanpassing van het onderwijs, heeft daarnaast aandacht voor de jeugd en voor sociale innovatie op de domeinen zorg en arbeid.
De gemeenten zouden daar vol bij moeten aansluiten. Medewerkers in de zorg verdienen deze zorgzame aanpak. Dit in het belang van de medewerkers in de zorg zelf maar ook in het belang van een goede zorg nu en op termijn.
Peter Nouwens
Voorzitter raad van bestuur Stichting Prisma