Plotseling barstte in de NRC eind juli een discussie los over ‘nudging’, ofwel ‘een vriendelijke duwtje geven in de gewenste richting’.
Na een journalistiek artikel over de toepassing van de principes van nudging door verschillende overheden(UK, USA) volgden over en weer reacties op de opiniepagina, zowel positief als negatief.
Columnist Thijs Kleinpaste maakte zich heel boos op de overheidsmanipulatie van het gedrag van de burgers. Hij windt zich vooral op over het rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid(WRR):”Hoe mensen keuzes maken, de psychologie van het beslissen”. Kleinpaste stelt dat keuzevrijheid kennelijk alleen belangrijk is tot het moment dat mensen onverstandige dingen doen. En dat de psychologische imperfectie van mensen een sta in de weg blijkt te zijn voor een volmaakte ordening van het openbare leven. Dus moet de overheid ingrijpen in de wilsvorming van de burgers via dressuurtrucjes. De overheid manipuleert de burger richting gewenst gedrag. Dat is ongeveer zijn stelling.
Manipulatie
Nu is het inderdaad zo dat als een overheid gaat manipuleren er ongemakkelijke situaties kunnen ontstaan. Zo las ik deze week over een spiegel die is ontwikkeld aan een universiteit van Tokyo waar een webcam achter zit met software die kan zorgen dat je een glimlach op je gezicht ziet. En dan gaan mensen eerder over tot de aankoop van datgene waarmee ze zichzelf in die spiegel bekijken. Maar dat hoeft nog geen argument te zijn om nudging principieel af te wijzen.
Bevorderen gezond gedrag
Als de beleidsdoelstelling helder en expliciet is, bijvoorbeeld om burgers aan te moedigen meer te bewegen, kan de overheid naar mijn idee best de burger een zetje in de goede richting geven, anders dan door objectieve voorlichting of verbieden of moraliseren. Want die laatste methodes zijn notoir ineffectief als het gaat om het veranderen van menselijk gedrag. Nudging zou wel eens beter kunnen werken. En je kunt een overheid moeilijk verwijten dat zij effectieve middelen gebruikt om haar doel te bereiken. Maar de verdienste van de discussie is wel dat die ook duidelijk maakt dat rond nudging onderzoek van belang is naar de effectiviteit en dat nudging niet zomaar en willekeurig wordt toegepast. Het is dan toch goed om een aantal richtlijnen of spelregels te hebben voor de toepassing van deze veelbelovende methode om mensen te ondersteunen richting, bijvoorbeeld gezonder gedrag. Maar we willen ook liever niet dat die ontaardt in manipulatie.
Jan Walburg
Voorzitter raad van bestuur Trimbos Instituut