AppleMark
In alle branches in de zorg- en welzijnssector is de werkgelegenheid vorig jaar fors gestegen. Het totaal aantal werknemers groeide met 43 duizend ten opzichte van een jaar eerder, terwijl het aantal fte’s met bijna 35 duizend steeg. Dit blijkt uit gegevens van het Onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn (AZW).
Nadat de zorgarbeidsmarkt een aantal jaren werd gekenmerkt door krimp in de meeste deelsectoren, lag in 2016 zowel het aantal werknemers als het aantal fte’s alweer op een iets hoger niveau dan in 2014. In 2017 groeide het aantal werknemers in zorg en welzijn van ruim 1.215.000 naar ruim 1.258.000 werknemers. Daarmee is momenteel bijna 14 procent van de werkzame beroepsbevolking in Nederland actief in de sector.
Met name in de gehandicaptenzorg was vorig jaar sprake van een sterke groei in aantal werknemers en fte’s. Het aantal medewerkers steeg in deze deelsector met zo’n 5,5 procent. Een knappe prestatie om deze groei in medewerkers te bereiken, reageert Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN), aangezien de arbeidsmarkt steeds krapper wordt. “Ondanks de stijging van het aantal medewerkers zijn bij veel organisaties vacatures die moeilijk vervulbaar zijn. Als dit zich doorzet ontstaan problemen in de continuïteit van de benodigde zorg en ondersteuning”, aldus de vereniging.
In de verpleeg-, verzorgingshuizen en thuiszorg (vvt) was vorig jaar sprake van een fors herstel na jaren van krimp. De thuiszorg kreeg er ruim 5 duizend werknemers bij, de verpleging en verzorging bijna 8 duizend. In de algemene ziekenhuizen en umc’s groeit de werkgelegenheid jaarlijks vrij stabiel met 1 à 2 procent, in de huisartsenzorg en gezondheidscentra is de groei relatief nog sterker. In die sectoren zijn sinds 2014 jaarlijks gemiddeld zo’n duizend werknemers bijgekomen.
Jeugdzorg
De werkgelegenheid in de jeugdzorg heeft de laatste jaren flink te lijden gehad onder de transitie in 2015. De branche kromp met 7 procent, en verloor daarmee per saldo maar liefst 2 duizend werknemers. In de jaren daarna heeft de branche zich enigszins hersteld, maar in 2017 lag de werkgelegenheid nog altijd niet op het niveau van 2014. De forse krimp van de werkgelegenheid in de jeugdzorg is ook terug te zien in de mobiliteitscijfers. Het totale verloop in deze branche was tussen 2014 en 2015 18,6 procent. Een tiende van de mensen die in 2014 nog in de jeugdzorg werkten, was een jaar later werkzaam in een andere deelsector. De helft daarvan verliet zelfs de sector in zijn geheel.
De gemiddelde leeftijd van werknemers in zorg en welzijn nam na jaren van stijging in 2017 juist weer iets af, van 42,3 naar 42,2. Dat is volgens de onderzoekers wellicht een consequentie van de sterke groei van de werkgelegenheid, die voor een groot deel wordt opgevangen door jongere werknemers aan te trekken. Het aandeel werknemers jonger dan 35 won met name terrein in de vvt en de umc’s. Tegelijkertijd steeg ook het aandeel werknemers van 55 jaar of ouder, waarschijnlijk vooral vanwege de vergrijzende groep zittende werknemers. In de thuiszorg is het personeelsbestand het meest vergrijsd: zowel het aandeel werknemers van 55 jaar en ouder als de gemiddelde leeftijd is daar het hoogste van de sector.
Ziekteverzuim
Het ziekteverzuim in de sector zorg en welzijn steeg in 2017 naar 5,3 procent, terwijl het verzuim in de overige sectoren op 4 procent lag. Het ziekteverzuim nam in alle deelsectoren toe, met de geestelijke gezondheidszorg (ggz) als grootste stijger: van 5,4 naar 5,9 procent. De vvt kent het hoogste verzuim in de sector: 6,7 procent in 2017.