Wanneer de werkwijze van Buurtzorg Nederland landelijk toegepast zou worden op de thuiszorg, zou dat enkele miljarden voordeel kunnen opleveren. Dit claimt Buurtzorg Nederland in haar rapport ‘Maatschappelijke Business Case Buurtzorg Nederland’ dat met Ernst en Young tot stand is gekomen.
Ommezwaai in fasen
Het is te kort door de bocht om dit meteen als bezuiniging weg te boeken. Buurtzorg Nederland benadrukt dat eerst enkele systeemwijzigingen noodzakelijk zijn alvorens dit voordeel landelijk te kunnen benutten. Deze herinrichting van de thuiszorgmarkt kost jaren tijd. En voordat de sector een ommezwaai kan maken, moeten beleids- en financieringssystemen als het CIZ, verzekeraars, VWS, NZa eerst hiertoe de ruimte geven.
Veranderen kost tijd
Volgens Buurtzorg is voor deze kentering een langdurige systeemtransitie nodig, waarin enerzijds systeemspelers voor indicatie, contractering, uitvoering en governance nieuwe spelregels maken en anderzijds de sector de tijd krijgt deze verantwoord door te voeren. Een directe bezuiniging op de AWBZ zou juist funest zijn. Bovendien vallen delen van de baten in andere sectoren zoals de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) of de Zorgverzekeringswet (ZVW).
Besparingen in organisatie
Buurtzorg maakt in haar rapport ‘mBC Buurtzorg Nederland’ onderscheid tussen organisatorisch en maatschappelijk rendement. In het rapport schetst Buurtzorg hoe ze organisatorisch 46 procent bespaart in vergelijking met de markt. Buurtzorg levert de geïndiceerde zorg in 37,75 procent van de geïndiceerde uren waar de vergelijkbare markt gemiddeld 70 procent van de geïndiceerde uren voor nodig heeft. Het maatschappelijk rendement is wat het de samenleving oplevert, niet uitgedrukt in kosten.
Hoger rendement, kortere doorlooptijd
De grotere productiviteit en kortere doorlooptijden zorgen met name voor het hogere rendement van het buurtzorgsysteem. De buurtzorgteams behalen en gemiddelde productiviteit van 60 procent (het aantal klanturen gedeeld door het aantal salarisuren) tegenover gemiddeld de 50,9 procent in gelijksoortige functies in de extramurele AWBZ. Door het werken met hoger gekwalificeerde zorgverleners liggen de directe kosten hoger vanwege een hoger gemiddelde tarief. Maar dit echter wordt ruimschoots gecompenseerd door de kortere doorlooptijd en een lager aantal zorguren per cliënt. Het ziekteverzuim ligt met twee procent laag bij Thuiszorg Nederland.
Lessen trekken na Meavita
Buurtzorg bepleit meer hoger gekwalificeerde wijkverpleegkundigenen ziekenverzorgenden in te zetten, die zich richten op de zelfstandigheid van mensen die een beroep doen op thuiszorg. Hiermee kunnen situaties zoals waarin Meavita terecht gekomen is, worden voorkomen. Dit heeft Buurtzorg Nederland vandaag ook kenbaar gemaakt in de Kamerhoorzitting over Meavita. De kamer wil met de twee hoorzittingen onderzoeken hoe zaken zijn gelopen en daaruit lessen trekken voor de toekomst.
Stimuleren van oplossingsgericht werken
Het huidige systeem biedt volgens Buurtzorg Nederland niet de juiste voorwaarden om op zoek te gaan naar mogelijkheden waarbij cliënten minder zorguren nodig hebben. Organisaties worden veelal betaald voor de uren zorg die ze leveren; meer zorg betekent meer inkomsten. Dit werkt averechts. Volgens Buurtzorg Nederland moet het vinden van oplossingen worden gestimuleerd. De oplossingen zijn met name te vinden in het netwerk van cliënten, door vrijwilligers in te schakelen of door mantelzorg te ondersteunen. Wijkverpleegkundigen kunnen samen met de cliënt mogelijkheden bekijken waarmee de cliënt minder zorguren nodig heeft. Bijvoorbeeld door het vinden van oplossingen in de buurt. Soms kan de cliënt door goede begeleiding zelf de draad oppakken.
Vernieuwingen bewerkstelligen
Buurtzorg Nederland wil in debat gaan met brancheorganisatie ActiZ, zorgkantoren en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Buurtzorg Nederland wil hiermee vernieuwing binnen de sector stimuleren die bijdraagt aan een professionele en bereikbare thuiszorg. Door de werkwijze te veranderen, zou tevens de impact van het dreigend personeelstekort in de zorg beperkt worden.