Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft een streep gezet door de manier waarop de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de overheidsbijdrage voor arbeidskostenontwikkeling in de zorg verrekent. Het CBb stelt daarmee Brancheorganisaties Zorg (BoZ), die samen met negen zorgaanbieders bezwaar had aangetekend,in het gelijk.
Lastenverzwaring
De NZa corrigeert de zogeheten overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling (ova) jaarlijks op inflatie. Dit indexeringsbedrag wordt vervolgens in twee termijnen aan de zorginstellingen betaald: een voorlopig percentage van 1 procent in het eerste jaar en de rest in het jaar daarop. Volgens BoZ betekent dit dat instellingen verhoging van de arbeidskosten grotendeels zelf moeten voorfinancieren. Het gaat hierbij om honderden miljoenen euro’s. De financieringskosten lopen afhankelijk van de rente in de tientallen miljoenen euro’s. Een onnodige lastenverzwaring voor zorginstellingen, vindt BoZ.
Gegrond
Het CBb heeft nu het bezwaar van de BoZ-partijen gegrond verklaard. Als reden voor het CBb aan dat de NZa de belangen van de zorgorganisaties onvoldoende heeft onderzocht en het besluit onvoldoende heeft gemotiveerd. De BoZ wil nu met de NZa en het ministerie van VWS in overleg om te bezien hoe tot een correcte verwerking van de ova in de tarieven kan worden gekomen.