De Belastingdienst heeft de plannen van het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis (CWZ) in Nijmegen voor een Medisch Specialistisch Bedrijf (MSB) goedgekeurd. Met een tweede ziekenhuis heeft de fiscus een mondeling akkoord bereikt. Daarmee is een belangrijke hobbel naar de invoering van integrale bekostiging genomen.
Binnen de ziekenhuizen is de afgelopen weken de nodige onrust ontstaan over de mogelijke organisatorische consequenties van de invoering van integrale prijzen. Onder dit nieuwe regime, dat op 1 januari 2015 van kracht wordt, krijgen vrijgevestigde medisch-specialisten hun honorarium niet langer van de verzekeraars, maar van het ziekenhuis. Dit raakt aan de fiscale status van de specialisten en de bestuurbaarheid van het ziekenhuis en vergt zodoende een ingrijpende bestuurlijke en organisatorische herijking. Minister Schippers stelde begin oktober dat de ziekenhuizen en medisch specialisten onvoldoende vaart maakten met de uitwerking van de benodigde bestuurlijke en organisatorische modellen. Volgens de ziekenhuizen was het juist de fiscus die verzuimde antwoord te geven op vragen rond de fiscale implicaties van de nieuwe modellen. In totaal hebben zo’n dertig ziekenhuizen vragen uitstaan bij de Belastingdienst.
Houvast
Met de goedkeuring voor het ‘Nijmeegse model’ geeft de fiscus nu voor het eerst officieel duidelijkheid. Naar verwachting biedt dit ook andere ziekenhuizen houvast. “Lokale omstandigheden kunnen natuurlijk altijd anders zijn, maar met de goedkeuring van deze businesscase treedt in principe het gelijkheidsbeginsel in werking”, zegt consultant Boldewijn Noordveld, die als adviseur van De ZorgConsultants/De ZorgAccountants nauw bij de totstandkoming van het ‘Nijmeegse model’ betrokken is geweest.
Ondernemersrisico
Het ‘Nijmeegse model’ draait rond een medisch specialistisch bedrijf (MSB) waar de vrijgevestigde medisch specialisten deel van gaan uitmaken. Doordat de medisch specialisten die lid zijn van het MSB ondernemersrisico lopen, behouden ze hun huidige fiscale ondernemerschap. “Waar het om gaat is de vraag of de medisch specialist zich daadwerkelijk gedraagt als ondernemer”, legt Noordveld uit. “Dit betekent dat er sprake moet zijn van ondernemersrisico’s; er moet onder meer personeel in dienst zijn en er moeten investeringen gedaan worden.”
Geen fiscaal trucje
Dit is in de Nijmeegse casus opgenomen en het MSB zal een gedeelte van de omzet aanwenden voor investeringen en het dragen van personeelslasten. In de casus die naar de belasting is gezonden zijn aan de personeelslasten en investeringen percentages verbonden. Noordveld benadrukt dat de percentages indicatief zijn en derhalve niet zomaar kunnen worden overgenomen binnen een ander ziekenhuis. “Waar het vooral om gaat is dat de vorming van een MSB meer is dan een fiscaal trucje”, zegt Noordveld. “Het belangrijkste is misschien wel de gelijkgerichtheid van de belangen van het ziekenhuis en het MSB. Dit is in Nijmegen in de besprekingen tussen het ziekenhuis en de medisch specialisten, altijd het uitgangspunt geweest. De samenwerking moet zo vormgeven zijn dat de kwaliteit en bestuurbaarheid geborgd zijn. Dus niet denken dat je het als MSB zonder het ziekenhuis kan, of dat je het als ziekenhuis zonder een goed georganiseerd MSB kan”.