De Inspectie Justitie en Veiligheid signaleert in het ‘Jaarbericht Inspectie JenV 2017’ drie terugkerende aandachtspunten uit het toezicht: onvoldoende onderlinge communicatie en samenwerking in ketens en netwerken en beschikbaarheid van deskundig en ervaren personeel. Dit zijn risico’s bij onder andere forensische klinieken en de jeugdhulpverlening.
De Inspectie JenV signaleert dat de onderlinge communicatie en het delen van informatie in ketens en netwerken in veel gevallen “nog beter” kan. “Werkprocessen zijn in sommige gevallen niet goed op elkaar afgestemd en in andere gevallen ‘spreekt men elkaars taal niet’ zodat miscommunicatie een risico is.” Volgens de Inspectie is bij calamiteitenonderzoeken rondom jeugdhulpverlening de informatiedeling in veel gevallen niet op orde. “Verschillende instanties weten soms niet van elkaar dat ze zorgen hebben over de betreffende jeugdige of het gezin.”
Problemen in de informatiedeling spelen ook in de jeugdstrafrechtketen, rond de aanpak van schoolverzuim. Informatie-uitwisseling is zowel binnen de Raad voor de Kinderbescherming als tussen de Raad en haar ketenpartners (Openbaar Ministerie en leerplichtambtenaren) vaak onvoldoende. Informatie wordt vaak niet tijdig en volledig overgedragen. Toch loopt het strafproces schoolverzuim niet vast, de ketenpartners vangen namelijk elkaars tekortkomingen op.
Woenselse Poort
Hoewel de Inspectie nog wel verbeterpunten ziet, is zij positief over “de voortvarendheid” waarmee organisaties op bevindingen reageren en met verbetermaatregelen zijn gekomen. Een voorbeeld is het onderzoek bij De Woenselse Poort. De Inspectie JenV en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd beoordeelden de voortgang en het effect van een verbetertraject van de kliniek voor een veiliger leef- en werkklimaat. Na het laatste van vijf bezoeken constateerden zij dat De Woenselse Poort op schema ligt met het uitvoeren van haar verbeterplan.