De vergrijzing en toename van patiënten met meerdere aandoeningen tegelijk maken de ziekenhuiszorg complexer. Voorheen kregen patiënten tijdens een opname te maken met verschillende specialisten, elk met een eigen behandelplan. Dat zorgde soms voor verwarring, aldus promovendus Simon de Gans, die het onderzoek uitvoerde tijdens zijn coschappen en als ANIOS Geriatrie in het JBZ.
Onderlinge afstemming
Om de zorg overzichtelijker te maken, werd ruim vijf jaar geleden de ISA opgericht. Wat begon als experiment tijdens de coronaperiode, is inmiddels een vaste werkwijze geworden. Jaarlijks worden zo’n 545 patiënten op de afdeling opgenomen.
Op de ISA werken longartsen, klinisch geriaters, internisten, cardiologen en ziekenhuisartsen intensief samen. Elke ochtend bespreken zij gezamenlijk alle patiënten en stellen één behandelplan per patiënt op. De ziekenhuisarts fungeert als vast aanspreekpunt en doet dagelijks visite. Hierdoor is er meer onderlinge afstemming en overzicht voor de patiënt.
Ook verpleegkundigen en paramedici, zoals fysiotherapeuten en diëtisten, zijn nauw betrokken. Drie keer per week vindt er multidisciplinair overleg plaats, waardoor aanvullende zorg beter aansluit.
Minder terugkeer
De Gans onderzocht de effecten van de ISA volgens het Quintuple Aim-model, dat kijkt naar patiënttevredenheid, gezondheidsuitkomsten, kosten, medewerkerswelzijn en efficiëntie. De resultaten zijn duidelijk: in de eerste zes maanden na ontslag kwamen ISA-patiënten 238 keer minder op de poli en 75 keer minder op de SEH. Omgerekend naar een jaar betekent dat bijna 500 polibezoeken en ruim 150 SEH-bezoeken minder.
Volgens De Gans komt dit door de korte lijnen tussen specialisten. “Afspraken worden gecombineerd en beter afgestemd. Een geriater kan bijvoorbeeld tijdens een poli-afspraak de diabetesmedicatie aanpassen in overleg met de internist, waardoor een extra afspraak overbodig wordt.”
Daarnaast wordt tijdens de opname al gekeken welke ondersteuning thuis nodig is. Samen met paramedici en de transferverpleegkundige wordt dit afgestemd, waardoor de kans op terugkeer naar het ziekenhuis afneemt.
Efficiënt en kosteneffectief
Eerder bleek al dat ISA-patiënten gemiddeld twee dagen korter in het ziekenhuis liggen, bijna 70% minder medische consulten nodig hebben en de zorg waarderen met een 8,2. Nieuw is dat nu ook de kosteneffectiviteit is aangetoond. Ondanks de extra inzet van ziekenhuisartsen en paramedici zijn de kosten niet hoger dan bij reguliere zorg. De zorg verloopt zelfs efficiënter.
„JBZ bespaart“ en „ook verpleegkundigen zijn hierbij betrokken“. Niet duidelijk werd wst fe voordelen voor de formatie verpleegkundigen werden! Konden vacatures langer onbezet blijven of betekende de lagere inkomsten een „besparing“ op de formatie of kon een extra loontoeslag dit mooie feit onderstrepen? De vreugde bij paramedici en medisch specialisten ( en zij die daarvoor in opleiding zijn ) werd duidelijk. En natuurlijk die van de onderzoeker.