Vincent Karremans, staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport | Fotografie: Paul Tolenaar
Een toenemende sociaaleconomische gezondheidskloof en steeds meer mensen met één of meerdere chronische ziekten. Waar Nederlanders in de jaren tachtig van de vorige eeuw nog de langste levensverwachting in Europa hadden, is Nederland inmiddels afgezakt naar de middenmoot. Het publieke gezondheidsstelsel wankelt, aldus de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS). Daarom hamert de raad op een Deltaplan voor de volksgezondheid.
Publieke gezondheid versterken
In het advies ‘Op onze gezondheid’ – gepubliceerd in het voorjaar van 2023 – pleit de raad voor wettelijke verankering van gezondheidsdoelen die verplichtend wordt voor alle betrokken overheidslagen. Om de wettelijke doelen te helpen formuleren, ministerieoverstijgende samenwerking te bevorderen en burgers te betrekken, adviseert de RVS de aanstelling van een regeringscommissaris volksgezondheid. Die wettelijke verankering en commissaris moeten ervoor zorgen dat het beleid rond publieke gezondheid loskomt van de vierjaarlijkse politieke cycli.
In 2024 organiseerde VWS met veldpartijen verdiepingssessies over de publieke gezondheid. Via vier grote lijnen wil Karremans de publieke gezondheid versterken. Zo wil hij met veldpartijen werken aan een gezamenlijk en concreet beeld van de toekomst van publiek gezondheidsbeleid.
Uniform basispakket
Een regeringscommissaris komt er niet. “Er zijn niet meer bestuurslagen nodig, maar er is juist meer uitvoering nodig”, schrijft Karremans in zijn brief aan de Kamer. In plaats van een door de RVS geadviseerde commissaris kiest de staatssecretaris voor de oprichting van twee nieuwe overlegstructuren: een Bestuurlijk Overleg Publieke Gezondheid, waarin gemeenten en andere betrokken partijen samen met het rijk de koers bepalen, en een begeleidingsgroep ‘Gezond geweten’, waarin wetenschappers en veldpartijen lange termijnontwikkelingen volgen en adviseren.
Daarnaast kiest Karremans voor wettelijke verankering van een uniform basistakenpakket voor gemeenten op het gebied van publieke gezondheid. Hiermee wil hij een einde maken aan de huidige ongelijkheid tussen gemeenten en GGD’en. De taken waarvoor al structurele financiering bestaat, zoals seksuele gezondheid, gezondheidsachterstanden en programma’s als Kansrijke Start en Valpreventie, zullen onderdeel uitmaken van dit pakket.
Geen wettelijke gezondheidsdoelen
Hoewel het wettelijk vastleggen van gezondheidsdoelen wordt verkend, is Karremans terughoudend. “Het stellen van doelen impliceert dat gezondheid maakbaar is, terwijl er veel factoren van invloed zijn.” De staatssecretaris vindt dat het wettelijk verankeren van gezondheidsdoelen voorbij gaat aan de individuele verantwoordelijkheid van mensen. Daarnaast meent Karremans dat wettelijke verankering met VWS als verantwoordelijk bewindspersoon de gezamenlijke verantwoordelijkheid ondermijnt. Hij wil daarom eerst de juridische en financiële gevolgen van zo’n stap onderzoeken.
Tot slot onderschrijft Karremans het belang van een duidelijke verdeling van gedecentraliseerde en gecentraliseerde taken. “Voor de lange termijn wil ik verder gaan verkennen of er nog meer taken zijn die wellicht meer centraal aangestuurd kunnen worden.” Begin 2026 verwacht Karremans een voortgangsrapportage te presenteren.
Ik ben het op dit punt met Karremans eens. De grootste relatief makkelijk te beïnvloeden factoren die de gezondheid schaden, waarop veel winst te behalen is en moet worden, zijn het matig tot slechte voedingspatroon, inclusief het regelmatig ‘binge drinking’, en het dito beweegpatroon.
.
Die kun je direct aanpakken, middels een continue mediacampagne en het laagdrempelig periodiek kunnen laten meten van de belangrijkste biomarkers die daar inzicht in geven: cholesterol en HbA1c (ik weet niet van een biomarker die regelmatig binge drinking aantoont).
Maar ik zou denken dat zo’n biomarker er ook is c.q. niet moeilijk te ontwikkelen zou moeten zijn.