Openbare apotheken leverden vorig jaar voor 4,3 miljard euro aan geneesmiddelen en farmaceutische zorg die behoren tot het basispakket, zo becijfert de Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK). Dit is een stijging van 1,6 procent, waar de overheid rekende op 3,3 procent.
De uitgavenontwikkeling in de farmaceutische zorg betekent een meevaller van circa 70 miljard euro. De uitgaven voor vergoeding van de farmaceutische zorg- en dienstverlening door de apotheek namen toe met 0,9 procent. Ook deze stijging bleef opnieuw achter bij de gestegen vraag naar farmaceutische zorg. Uitgedrukt in standaarddagdoseringen nam het geneesmiddelengebruik in 2016 namelijk toe met 2 procent. Dat is iets minder dan in 2014 en 2015 toen er sprake was van een toename van respectievelijk 2,9 procent en 2,6 procent.
Er zijn drie geneesmiddelgroepen waaraan apothekers in 2016 meer dan 10 miljoen méér declareerden dan in 2015. Dat zijn de hiv-middelen (30 miljoen euro meer), antistollingsmiddelen (28 miljoen euro) en de cholesterolverlagers (12,5 miljoen euro). Bij alle drie groepen komen de gestegen kosten voort uit het toenemende gebruik van nieuwe geneesmiddelen.
Van twee geneesmiddelgroepen waren in 2016 in vergelijking met 2015 de geneesmiddelkosten meer dan 10 miljoen euro lager, namelijk de antidepressiva en anti-epileptica. De daling voor de antidepressiva komt vrijwel geheel voor rekening van tranylcypromine (Parnate). Dit voormalig weesgeneesmiddel valt niet langer binnen het basispakket en wordt ook niet langer door de zorgverzekeraars vergoed. Door patentverloop van pregabaline (Lyrica) waren er in 2016 bijna 12 miljoen euro minder kosten voor dit anti-epilepticum.