Bij patiënten met medisch onverklaarbare klachten richten artsen zich te eenzijdig op de lichamelijke kant. Ook als een patiënt signalen afgeeft die wijzen op een emotionele of psychische oorzaak van de klachten, zo blijkt uit een publicatie van onderzoekers van het NIVEL in BioPsychoSocial Medicine. Voor het onderzoek analyseerden ze 97 consulten op video van patiënten die voor de eerste keer met medisch onverklaarbare klachten bij de huisarts kwamen.
Lichamelijk
Artsen krijgen regelmatig patiënten met medisch onverklaarbare klachten op het spreekuur. Om deze patiënten te helpen en uit angst een ernstige aandoening over het hoofd te zien, doen veel artsen bij deze patiënten een volledig lichamelijk onderzoek of verrichten ze ingrepen. NIVEL-onderzoeker Sandra van Dulmen: “Zo benadrukken ze vaak onterecht de lichamelijke aard van de klacht en bevestigen ze de zorgen van de patiënten over een onderliggende lichamelijke ziekte. Dit is te voorkomen door bij de symptomen van deze patiënten te zoeken naar aanwijzingen voor onderliggende psychosociale problematiek. Bij een patiënt die slecht slaapt, moet de huisarts doorvragen of deze ergens van wakker ligt. En bij hoofdpijn of rugpijn bijvoorbeeld de relatie leggen met stress.”
Ongerustheid
Uit het onderzoek blijkt dat de meeste patiënten hun klachten uiten met een onderliggende ongerustheid. De meesten doen dit impliciet. Artsen gaan wel op die ongerustheid in maar meestal alleen vanuit een medische invalshoek. Om ook de mogelijke psychologische basis van medisch onverklaarbare klachten mee te nemen in consult en diagnose, zouden huisartsen meer aandacht moeten besteden aan specifieke aanwijzingen die patiënten geven. “Aan de klachten kan een emotie ten grondslag liggen die ze in stand houdt”, verklaart Van Dulmen. “Als bijvoorbeeld een patiënt die al heel lang keelpijn heeft, zegt dat zijn buurman keelkanker had, dan uit hij daarmee zijn ongerustheid. Hier zou de arts dan op in moeten gaan. Doet de arts dat niet en schrijft hij gewoon antibiotica voor, dan neemt hij die ongerustheid niet weg en bestaat de kans dat de klacht chronisch wordt. Aan de andere kant moeten patiënten ook beseffen dat sommige signalen onvoldoende duidelijk zijn. De arts is dan simpelweg niet in staat de ongerustheid op te pikken en de patiënt gerust te stellen.” De onderzoekers adviseren artsen tijdens het consult gelijktijdig oog te hebben voor zowel de lichamelijke als psychosociale kant van de klacht.