De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) is een onderzoek gestart bij een tandartsenpraktijk in Limburg. De toezichthouder heeft signalen gekregen dat deze praktijk via een oneigenlijke constructie patiënten te veel laat betalen voor materiaal- en techniekkosten zoals kronen en bruggen.
Als onderdeel van het onderzoek heeft de NZa vandaag een bezoek gebracht aan de praktijk. Dit maakt onderdeel uit van het onderzoek dat de NZa eind juni gestart is naar het doorberekenen van materiaal- en techniekkosten, naar aanleiding van verschillende meldingen over mogelijk misstanden. De meldingen kwamen binnen na een bezoek van de NZa aan de keten van praktijken in de Randstad, begin augustus.
De NZa krijgt vaker signalen dat tandartsen, orthodontisten en tandprothetici hun patiënten te veel laten betalen via prijsopdrijvende constructies. De zorgautoriteit stelt maximumtarieven vast voor tandartsen, maar maakt hierbij een uitzondering voor materialen zoals kronen, zodat patiënten de mogelijkheid hebben de kroon te kiezen die zij graag willen hebben. “Hier staat tegenover dat wij van tandartsen verwachten dat zij een kroon bij een patiënt in rekening brengen voor dezelfde prijs als waarvoor zij deze hebben ingekocht”, stelt de toezichthouder. Dus als zorgaanbieders korting krijgen, moeten zij deze volledig doorgeven aan hun patiënten.
Onterecht hoge declaraties
“In Nederland hechten we aan goede en betaalbare gezondheidszorg”, stelt de NZa. “We besteden jaarlijks 95 miljard euro aan de zorg. Het is belangrijk dat geld dat bestemd is voor zorg, ook aan zorg besteed wordt. Onterecht hoge declaraties leiden tot nog hogere zorgkosten en die betalen burgers uiteindelijk via de premie voor de zorgverzekering. Daarom treden we hiertegen op.”
De KNMT deelt de inzet van de NZa om te voorkomen dat patiënten onterecht teveel betalen voor een kroon. De belangenbehartiger vindt dan ook dat tandartsen, orthodontisten en tandprothetici die via oneigenlijke constructies de prijs opdrijven moeten worden aangepakt. Zij schaden het vertrouwen van de patiënt en brengen de beroepsgroep met hun gedrag in diskrediet.