De verdere doorontwikkeling van de zorgverzekeringsmarkt verloopt moeizaam. Dit valt op te maken uit een monitor die de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft gepubliceerd. Toch ziet de NZa voldoende ruimte voor nieuwe toetreders. Daarmee is het volgens de NZa ook niet nodig om specifieke regels op te stellen die nieuwe toetreders en kleine verzekeraars beschermen.
In de monitor Toetredingsdrempels zorgverzekeringsmarkt beschrijft de NZa verschillende onvolkomenheden op de markt voor zorgverzekeringen. De monitor laat zien dat deze sinds de invoering van de Zorgverzekeringswet (Zvw) eerder groter dan kleiner zijn geworden. Zo is het marktaandeel van de vier grote zorgverzekeringsconcerns met 20 procent gegroeid tot 90 procent in 2012.
Concentratie
Om de mate van concentratie te bepalen hanteert de NZa de zogeheten HHI-index. Bij een HHI-score van meer dan 2000 punten kan de werking van de markt volgens de NZa in het gedrang komen. Uit de monitor blijkt dat de HHI-score op de zorgverzekeringsmarkt sinds 2008 steeds verder boven deze grens is komen te liggen tot inmiddels 2285 punten.
Opvallend
Daarbij is het gemiddelde verschil tussen de hoogste en laagste premie de afgelopen jaren teruggelopen van 94 euro tot 26 euro. Het aantal overstappers schommelt na een eerste piek van bijna 18 procent in 2006 tussen de 3 en 5 procent. “Deze percentages zijn iets lager dan het percentage overstappers onder de Ziekenfondswet (Zfw)”, schrijft de NZa. “Dit is opvallend omdat bij de invoering van de Zvw de mogelijkheden voor verzekerden om over te stappen zijn vergroot.”
Consolideren
De NZa ziet daarnaast een groeiende collectiviteitsgraad. Inmiddels is 68 procent van alle verzekerden via een collectief verzekerd, een groei van jaarlijks twee procent. “Door de toegenomen collectivering van de markt bestaat het risico dat toetreding moeilijker wordt”, constateert de NZa. “Zittende verzekeraars zetten de collectiviteiten in om hun verzekerdenpopulatie te consolideren.”
Massa en schaal
Ondanks deze bevindingen biedt de zorgverzekeringsmarkt volgens de NZa nieuwe toetreders voldoende ruimte. “Op grond van de analyses blijkt het voor nieuwe toetreders mogelijk om binnen enkele jaren een minimaal noodzakelijke schaal te bereiken”, stelt de NZa. “De praktijk wijst uit dat er voldoende verzekerdenmobiliteit is om die noodzakelijke massa te behalen. Het feit dat er op het moment van het opstellen sprake is van twee potentiële toetreders onderschrijft de conclusie dat toetreding op de zorgverzekeringsmarkt mogelijk is.”
Drempels
Dit neemt niet weg dat de NZa wel de nodige drempels ziet. Zo is vanwege aangescherpte Europese eisen het benodigde startkapitaal hoog. Ook zijn de winstmarges laag en de resultaten onzeker, waardoor het voor nieuwkomers niet makkelijk is om het benodigde kapitaal op de kapitaalmarkt te verkrijgen. Daarenboven is de regelgeving rondom zorgverzekeringen complex, wat voor partijen een drempel kan vormen om als zorgverzekeraar te starten, zo stelt de NZa.
Verevening
De NZa erkent dat de afschaffing van de ex post compensaties een extra belemmering vormt voor toetreders en kleine zorgverzekeraars. Door hun kleine schaal zijn deze partijen relatief gevoelig voor dure verzekerden, zoals ouderen. Dergelijke afwijkingen van het gemiddelde risicoprofiel worden niet langer zoals voorheen geheel ex post gecompenseerd.
Doorlooptijd
Hoewel de NZa specifiek op toetreders toegesneden regels niet nodig acht, doet de marktmeester in de zorg wel enkele aanbevelingen. Zo zou de minister moeten onderzoeken of de doorlooptijd voor de risicoverevening verkort kan worden, met aandacht voor specifieke verzekerdengroepen die mogelijk onvoldoende ex ante worden verevend. Ook pleit de NZa voor meer reguleringszekerheid, zodat nieuwe zorgverzekeraars op middellange termijn betere businessplannen kunnen ontwikkelen.
Overbodig
De NZa constateert dat snel switchen van collectiviteiten door de manier waarop collectiviteiten nu worden vormgegeven niet mogelijk is. Dit zou wat de NZa betreft moeten worden aangepast. De NZa adviseert tevens om regelingen met hoge uitvoeringslasten, zoals bijvoorbeeld de wanbetalersregeling en de risicoverevening kritisch te bekijken op overbodige of onnodige complexe onderdelen.