Zomersmog ontstaat op zonnige dagen, doordat vervuilende stoffen in de lucht door zonlicht worden omgezet in ozon. Het gaat bijvoorbeeld om stikstofoxiden uit uitlaatgassen. Vanaf een bepaalde concentratie kan dat onder meer leiden tot kortademigheid en hoesten, zeker bij mensen met luchtwegaandoeningen, zoals astma. Ook irritaties aan ogen, neus en keel zijn mogelijk. Kinderen en ouderen zijn relatief vaak gevoelig voor klachten.
In het noorden en zuidwesten zijn de ozonconcentraties minder hoog. Daar verwacht het RIVM geen hinder. (ANP)