De zaak was aangespannen door zorgverzekeraar Zilveren Kruis. Een van de twee verpleegkundigen had een eigen thuiszorgbedrijf. Dat liet de verzekeraar betalen voor zorg die niet was geleverd en voor zorg die niet vergoed kon worden. Ook hield de vrouw de dossiers van haar cliënten niet goed bij.
Indicaties afgewezen
Zilveren Kruis heeft 63 dossiers onderzocht, en ontdekte fouten in 59 daarvan. Zo ontbraken handtekeningen van cliënten en was niet vastgelegd hoe de verpleegkundige van plan was die cliënten te helpen. Ook was nergens te vinden wie had besloten dat iemand voor thuiszorg in aanmerking kwam. In totaal was er 4500 uur zorg meer gedeclareerd dan daadwerkelijk was geleverd.
Veel aanvragen voor de zorg waren goedgekeurd door een tweede verpleegkundige. Zij leverde die beoordelingen, de zogenoemde indicaties, ook voor andere zorgaanbieders. Zilveren Kruis heeft 177 beoordelingen van haar nogmaals tegen het licht gehouden, en die werden op twee na allemaal afgekeurd. De verzekeraar controleerde vervolgens nog 188 andere indicaties van de vrouw, en daarvan werden 154 geheel of gedeeltelijk afgewezen. De vrouw heeft “schade toegebracht aan het vertrouwen in de individuele gezondheidszorg”, vindt het tuchtcollege. (ANP)
Prima en hard oordeel van tuchtcollege voor verpleegkundigen.
Dit betrof administratieve misdrijven, die „gemakkelijk“ te beoordelen zijn.
Hoe te denken over fouten in de beoordeling van de individuele behoefte aan zorgprofessionele zorg ( inhoudelijke zorgindicatie )? Deze worden meestal later bekend ( beoordeling zorgbehoefte op „eerste hulp“, plaats op „wachtlijst GGZ“, „voorbereiding CIZ indicatie“ in verpleeghuis: resultaat te weinig zorg?