De kwaliteit van het interne toezicht is niet gebaat bij ‘achterhaalde discussies over thema’s als afstand en nabijheid’. In plaats daarvan zou er meer oog moeten zijn voor de maatschappelijke taak van de toezichthouder en verbetering van diens informatievoorziening.
Dat stellen governance-deskundigen Kim Putters en Sharon van de Veerdonk van het instituut voor Beleid en Management in de Gezondheidzorg (iBMG) in een blog op Skipr. “Het gaat er niet meer om elkaar op afstand te houden”, schrijven Putters en Van de Veerdonk. “Maar hoe vanuit een gedeeld belang […] de organisatie te besturen en daar toezicht op te houden.”
Maatschappelijke taak
Dit gedeelde belang van bestuurders en toezichthouders ligt volgens Putters en Van de Veerdonk in de maatschappelijk taak van de zorginstelling. Met het oog op deze taak is het volgens Putters en Van den Veerdonk van cruciaal belang dat “toezichthouders op zoek gaan naar hun competentie om zich tot de cliënt, de patiënt en de inhoudelijke vraagstukken van de zorginstelling te verhouden”.
Leidend besef
“Het niet signaleren van risico’s, nalaten kritische vragen te stellen en beslissingen te nemen heeft consequenties met impact op de levens van cliënten en patiënten”, stellen de twee governance-deskundigen. “Het besef van die verantwoordelijkheid zou in elke vraag en overweging moeten doorklinken en leidend moeten zijn in het handelen van toezichthouders (en bestuurders).”
Informatievoorziening
Om de bedoelde maatschappelijke verantwoordelijkheid vorm te kunnen geven is een betere informatievoorziening van toezichthouders nodig. Aanvullend probleem daarbij is volgens Putters en Van de Veerdonk dat ook bestuurders lang niet altijd over adequate, relevante informatie beschikken.