Transformatie is nodig om de uitdagingen waarvoor de zorgsector zich gesteld ziet, het hoofd te bieden. Tegelijkertijd moeten zorgaanbieders voor een ingrijpende verandering van hun werkwijze niet uitgaan van de eigen organisatie. De essentie van transformatie moet zijn het organiseren van zorg rond de wensen van de patiënt, ook als dat betekent dat er minder daadwerkelijke zorg wordt verleend.
Dit valt te destilleren uit de ervaringen die transformatievoorlopers Siza, Bernhoven en Vincent van Gogh deelden tijdens het Congres Zorgtransformatie op 17 april in Utrecht, georganiseerd door strategie- en innovatiebureau BeBright. Met transformatie wordt gedoeld op een fundamentele, onomkeerbare verandering in visie en werkwijze van een organisatie. Transformatie is volgens BeBright noodzakelijk voor het borgen van kwalitatieve, toegankelijke en betaalbare gezondheidzorg.
Tijdens het congres, dat het openingscongres is van de Zorg & ICT beurs, wisselden sprekers met elkaar van gedachten over de vraag hoe transformatie in de zorg te versnellen. Een van de redenen voor Siza, aanbieder van gehandicaptenzorg, om te transformeren was het feit dat de zorg en ondersteuning niet meer aansloten bij de veranderende behoeftes van cliënten. “Het is toch gek dat wij mensen dwingen om zich aan te passen aan de werkwijze van Siza?”, aldus bestuursvoorzitter Rob Hoogma.
Op de schop
Hoogma trad aan na een bestuurscrisis in 2005 en besloot direct dat Siza de manier van werken veel meer moest gaan baseren op de wensen van cliënten. Hij is in gesprek gegaan met zowel cliënten als medewerkers. Op basis van de kennis die hij opdeed, nam hij de organisatiestructuur en de werkwijze op de schop. Tussen 2005 en 2016 is het aantal medewerkers per patiënt afgenomen terwijl de door cliënten ervaren kwaliteit is toegenomen. Tegelijkertijd zijn de opbrengsten van de zorgaanbieder toegenomen en de schulden zo’n beetje gehalveerd.
Ook Geert van den Enden, bestuursvoorzitter van het Bernhoven ziekenhuis, richtte de aandacht in zijn organisatie volledig op de patiënt. Hij streefde ernaar om de missie die Bernhoven voor zijn aantreden al had geformuleerd in de praktijk te brengen; namelijk het meest mensgerichte ziekenhuis van Nederland te worden. “In essentie zijn we erin geslaagd ons denken te veranderen. We vroegen ons af: als we echt vanuit de patiënt denken, wat voor zorg moeten we dan verlenen?”
De conclusie was dat Bernhoven minder kon gaan doen. Medewerkers vroegen bezorgd of dit betekende dat er minder dokters moesten komen, de banken wilden weten wat voor gevolgen minder doen zou hebben voor de omzet. Van den Enden wist hen te overtuigen van zijn visie en sprak met VGZ en CZ af dat de verzekeraars in ruil voor meer omzet zekerheid zouden geven over de omzet. De omzet is gedaald met 12 procent, zo is inmiddels duidelijk.
Forsere omzetdaling
Ggz-aanbieder Vincent van Gogh heeft eveneens meerjarenafspraken gemaakt met VGZ, met als inzet een nog forsere omzetdaling. Bestuursvoorzitter Jolande Tijlhuis. “We denken dat we 30 tot 40 procent minder geld nodig hebben en tegelijkertijd betere zorg kunnen leveren. Een psychiater kan hieraan meewerken door ervoor te zorgen dat een verward persoon niet gedwongen wordt opgenomen bij ons, door met bijvoorbeeld de huisarts op zoek te gaan naar oplossingen.”
Tijlhuis erkent wel dat niet alle medewerkers bij Vincent van Gogh staan te springen om hun werkwijze ingrijpend te veranderen. Volgens haar voeren psychiaters argumenten aan als: ‘hier word ik niet voor betaald’ en: ‘waarom zou ik de huisarts helpen?’. “Ik wil snel dingen veranderen, maar moet rekening houden met de zorgprofessionals in de organisatie. Dat is mijn achilleshiel.”
Substitutie
Bas van den Dungen, directeur-generaal Curatieve Zorg van het ministerie van Volksgezondheid, deed een duit in het zakje tijdens het congres. Hij benadrukte dat niet alle zorg hoeft plaats te vinden in het ziekenhuis. “Zorg hoeft ook niet verleend te worden in de eerste lijn, dus substitutie van de tweede naar de eerste lijn is niet per definitie de bedoeling. Het doel moet ook niet zijn dat er geld van de ene naar andere partij gaat.”
Het gaat er volgens Van den Dungen om dat de juiste zorg op de juiste plek wordt verleend, een belangrijk thema voor VWS, en dat dit bovendien betaalbaar gebeurt. Dat betekent dat de patiënt soms gewoon thuis kan worden behandeld. Bovendien is niet altijd zorg nodig, soms hebben mensen volgens hem meer baat bij hulp bij het oplossen van andere problemen, zoals schulden.