Elkadiri is een verzorgende met een ambassadeursfunctie in verpleeghuis Het Wereldhuis in het Brabantse Boxtel. Ze is zaterdag door haar directeur van Zorggroep Elde Maasduinen gevraagd of ze als eerste Nederlander ingeënt wilde worden met het vaccin van Pfizer. “Ik was meteen enthousiast.”
Omgebouwd tot priklocatie
Samen met drie andere collega’s behoort Elkadiri tot de eerste groep medewerkers van verpleeghuizen en ziekenhuizen die in Veghel door de GGD Hart voor Brabant gevaccineerd worden. Het voormalige distributiecentrum van een supermarkt is omgebouwd tot een priklocatie. In twaalf hokjes kunnen de hele week honderden mensen per dag worden gevaccineerd.
‘Het voelt veilig’
“Ik snap de angst heel goed”, zegt Elkadiri. “Dit virus is nieuw, heeft veel mensen overrompeld. In het begin was ik ook een van de Nederlanders die twijfels had. Ik vond het eng. Was het wel goed getest? Ik dacht: ik laat me niet vaccineren. Ik kijk de kat uit de boom. Maar ik heb veel gelezen en opgezocht. Ik heb veel vertrouwen in de wetenschap. Het voelt veilig.”
Loodzwaar jaar
Het afgelopen jaar was loodzwaar, zegt Elkadiri. Tijdens de eerste coronagolf gingen verpleeghuizen op slot. “Het ging heel snel. We kwamen ogen en oren tekort om de veiligheid van cliënten te waarborgen. Ik durfde niet naar de winkel uit angst dat ik besmet zou raken, mijn naasten zou besmetten en mijn collega’s in de steek moest laten. Ik wilde gewoon doorwerken.”
Gevaar ligt op de loer
In Het Wereldhuis overleden binnen een maand 17 van de 124 bewoners. Drie weken geleden sloeg het virus weer toe in Het Wereldhuis. Inmiddels is het verpleeghuis coronavrij. Maar het gevaar ligt altijd op de loer. Alleen al daarom wil ze zoveel mogelijk Nederlanders stimuleren zich te laten inenten.
‘De Jonge zegt dat het wel goedkomt’
Ze sprak gisteren persoonlijk met minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid). “Hij zei dat het wel goed komt, dat ik er niet alleen voor sta en dat we het samen doen”, vertelt Elkadiri. “Het voelt voor mij als een morele verplichting naar mijn cliënten. Naar de mensen die hebben gestreden om in leven te blijven. Mijn familie staat erachter, dat geeft ook rust. Ik ga niet denken aan eventuele bijwerkingen. Dat zie ik dan wel weer. Als mijn cliënten daardoor langer van hun kinderen en kleinkinderen kunnen genieten en de maatschappij weer normaler kan worden, draag ik daar graag mijn steentje aan bij.” (ANP)