Transparantie op zorgkwaliteit, veel Europa, betere beloning voor zorgmedewerkers en brede preventie vormen de vier centrale pijlers die Volt op de zorg wil loslaten. Klein als de partij van lijsttrekker Laurens Dassen is, wijdt ze maar liefst negen pagina’s van haar concept-verkiezingsprogramma aan de zorg.
Daarin speelt – niet verrassend – de Europese Unie een belangrijke rol. Zo pleit de partij voor de oprichting van een onafhankelijk EU-instituut dat transparantie borgt op het gebied van zorgkwaliteit en voorbeelden van best practices verspreidt. Daarnaast moet er een EU-fonds komen voor investeringen in gezamenlijke ontwikkeling van geneesmiddelen voor zeldzame ziektes en een EU-brede aanpak ter verhoging van de pandemische paraatheid. Volt wil de zorgpremie terugbrengen naar nul, door de zorg voor een groter deel uit collectieve middelen te betalen. Het eigen risico wil de partij gehandhaafd zien.
Data
Volt schenkt warme aandacht aan digitale hulpmiddelen om de zorg beter te maken, zoals het gebruik en de uitwisseling van data, in combinatie met het gebruik van kunstmatige intelligentie. Er moet een EU-toezichthouder komen voor AI en de gegevensuitwisseling in de zorg. Opvallend is dan weer wel dat de partij niet één keer rept van de European Health Data Space (EHDS), de EU-aanpak op het gebied van de uitwisseling van gezondheidsdata die in ontwikkeling is en binnenkort ook in Nederland uitgerold gaat worden.
Voor werknemers in de zorg pleit Volt voor hogere, marktconforme salarissen en het wegnemen van barrières om arbeidsmobiliteit binnen de EU mogelijk te maken. Ook wil de partij hbo- en mbo-opleidingen voor de zorg vrij gaan stellen van collegegeld, om deze studies laagdrempeliger te maken.
Perverse prikkels
Het zorgstelsel moet eenvoudiger worden ingericht als het aan Volt ligt, in een systeem dat “samenwerking en gedeelde verantwoordelijkheid stimuleert”.
Perverse prikkels moeten uit de zorgfinanciering gehaald worden en “zorgaanbieders die kostenbesparend werken, door meer in te zetten op preventie, de menselijke maat en de zin of onzin van intensieve behandelingen in de laatste levensfase, moeten daar financieel voor worden beloond”.
Preventie speelt een belangrijke rol bij Volt. “Echte preventie vraagt een stabiele leefsituatie met een voorspelbaar (basis)inkomen en een betrokken samenleving.” En dus definieert de partij preventie zo breed mogelijk, door middel van burgerinitiatief, armoedebestrijding en actieve ingrepen om in het winkelschap “de gezonde variant nadrukkelijk goedkoper en beter beschikbaar te laten zijn dan de ongezonde.”
Jongeren
Net als bij de meeste andere partijen mag de (preventieve) mondzorg terug in het basispakket, evenals anticonceptie.
Volt heeft veel aandacht voor jeugdzorg en de ggz. Daar moet in geïnvesteerd worden, vindt de partij. Wachtlijsten in de ggz, hervorming en verbeterde beschikbaarheid van jeugdzorg en structurele ondersteuning voor gezinnen met lage inkomens moeten de opgroeisituatie en mentale gezondheid van kinderen en jongeren gaan verbeteren. Voor jongeren tot 25 jaar wil Volt de ggz gratis maken.
Ook diversiteit – zowel naar gender, cultuur, etniciteit als neurodiversiteit – krijgt veel aandacht van Volt. De partij pleit voor meer medisch onderzoek op basis van verschillende lichaamstypen en verbeteringen in genderzorg. Daarnaast wil Volt het recht op lichamelijke autonomie als fundamenteel grondrecht laten vastleggen in de Grondwet, zodat het recht op abortus, anticonceptie, genderbevestigende zorg en bescherming tegen medische of seksuele dwang een onvervreemdbaar recht worden.
Ouderen
Voor ouderen heeft Volt aanmerkelijk minder in petto: de partij wil de ontwikkeling en toepassing van nieuwe technologieën in de ouderenzorg, zoals AI en robots, stimuleren. Ouderen die niet meer thuis kunnen wonen, kunnen huur gaan betalen naar draagkracht en de bijdrage voor maatschappelijke ondersteuning moet – met uitzondering van die voor rolstoelen – inkomensafhankelijk worden.
