• This field is hidden when viewing the form

Reader Interactions

Reacties 1

  1. 2809573

    Toen in 2006 het huidige zorgstelsel werd ingevoerd, luidde de belofte: “Selectief inkopen op kwaliteit leidt tot doelmatiger zorg en dus lagere kosten.” Die slogan stond symbool voor een nieuw tijdperk waarin zorgverzekeraars namens hun verzekerden scherp zouden inkopen, kwaliteit leidend zou zijn en de zorg betaalbaar zou blijven voor iedereen.

    Maar bijna twintig jaar later blijkt die belofte grotendeels loos.

    De recent gepresenteerde Voorjaarsnota toont een ander beeld. Burgers gaan méér betalen: medicijnen uit het basispakket worden deels zelf bekostigd, het eigen risico blijft langer ongemaximeerd, en preventieve zorg blijft steken in papieren plannen door personeelstekorten en trage uitvoering. Ondertussen blijven miljarden op de plank liggen — niet dankzij efficiëntie, maar doordat zorg domweg niet geleverd kan worden.

    De paradox is pijnlijk: waar “selectieve inkoop” ooit bedoeld was als middel om verspilling tegen te gaan, is het nu een systeem dat zorg weglekt, vertraagt of ontmoedigt. Wie nu nog spreekt van doelmatigheid, bedoelt vaak kostenbeheersing zonder visie. En terwijl de overheid meevallers viert, raken patiënten en professionals verstrikt in een systeem dat vooral goed is in het niet-uitgeven van geld.

    Het is tijd om die oude slogan onder het stof vandaan te halen. Niet om hem te herhalen, maar om hem tegen het licht te houden. Wat hebben we werkelijk gewonnen met marktwerking in de zorg? En belangrijker: wat zijn we onderweg kwijtgeraakt?