Dat blijkt uit de Voorjaarsnota die is vastgesteld door het kabinet-Schoof. De besparing op zelfzorgmedicijnen moet 70 miljoen euro per jaar opleveren. De maatregel met betrekking tot het eigen risico kost VWS volgend jaar 118 miljoen euro, omdat het limiteren van het eigen risico ervoor zorgt dat mensen niet meer na één behandeling hun eigen risico volmaken en daardoor meerdere keren in een jaar de afweging maken om zorg te gebruiken. Dat heeft een verlagend effect op het zorggebruik. Dat besparingsverlies wordt voor 105 miljoen euro tijdelijk gedekt uit de niet-gebruikte IZA-pot.
Veel geld op de VWS-begroting blijft over door onderuitputting: gereserveerd geld wordt niet uitgegeven, omdat zorg niet wordt verleend (onder meer door personeelstekort) of omdat de uitvoering vertraging oploopt. Zo wordt er dit jaar 180 miljoen euro minder gespendeerd aan transformatieplannen van het IZA. Dat geld blijft in de IZA-pot en kan nog tot en met 2028 worden besteed.
Meevaller domeinoverstijgende zorg
Ook 34 miljoen euro aan SPUK-gelden, waarmee afspraken worden gefinancierd die zijn gemaakt in het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA), blijft op de plank liggen. Bovendien is er een meevaller van 150 miljoen voor domeinoverstijgende zorg, omdat het declareren langzamer verloopt dan gedacht. Daarbij is er een meevaller van 80 miljoen in de beschikbaarheidsbijdrage voor opleidingen door de lagere instroom blijft er geld over voor Meer Tijd voor de Patiënt: 96 miljoen tot en met 2029. Andere meevallers: bij de apotheekzorg 96 miljoen euro en de kraamzorg 13 miljoen euro.
VWS heeft de uitgaven voor de Wlz 360 miljoen euro naar beneden bijgesteld, waarvan 230 miljoen structureel. Eerder werd al bekend dat de onderuitputting voor de wijkverpleging structureel 414 miljoen lager uitvallen dan geraamd. Tegenvaller zijn de onverwacht hogere uitgaven voor ggz-zorg: 202 miljoen euro.
In de Voorjaarsnota wordt duidelijk dat het kabinet de komende twee jaar in totaal drie miljard extra uittrekt voor de gemeenten. Maar de VNG heeft nog niet besloten om aan tafel te gaan voor het IZA/AZWA-overleg.
Nauwelijks grote extra uitgaven
In de Voorjaarsnota staan nauwelijks grote extra uitgaven. Wel wordt er 17 miljoen euro extra toegevoegd aan de subsidiepot voor de inzet van vrijwilligers in de palliatieve terminale zorg. Dat geld is ook bedoeld om hen op te leiden. In de Voorjaarsnota wordt niet gesproken over extra uitgaven voor bijvoorbeeld de pandemische paraatheid en de vervanging van het Stagefonds.
Het ministerie van VWS moet zelf ook bezuinigen, zoals vorig jaar in het Regeerprogramma al duidelijk werd. Het gaat dit jaar om 559 miljoen euro, waarvan structureel 86 miljoen. Dat betekent dat VWS vooral minder zal moeten uitgeven aan personeelskosten, onder meer door het verlagen van de uitgaven voor externe advisering.
Toen in 2006 het huidige zorgstelsel werd ingevoerd, luidde de belofte: “Selectief inkopen op kwaliteit leidt tot doelmatiger zorg en dus lagere kosten.” Die slogan stond symbool voor een nieuw tijdperk waarin zorgverzekeraars namens hun verzekerden scherp zouden inkopen, kwaliteit leidend zou zijn en de zorg betaalbaar zou blijven voor iedereen.
Maar bijna twintig jaar later blijkt die belofte grotendeels loos.
De recent gepresenteerde Voorjaarsnota toont een ander beeld. Burgers gaan méér betalen: medicijnen uit het basispakket worden deels zelf bekostigd, het eigen risico blijft langer ongemaximeerd, en preventieve zorg blijft steken in papieren plannen door personeelstekorten en trage uitvoering. Ondertussen blijven miljarden op de plank liggen — niet dankzij efficiëntie, maar doordat zorg domweg niet geleverd kan worden.
De paradox is pijnlijk: waar “selectieve inkoop” ooit bedoeld was als middel om verspilling tegen te gaan, is het nu een systeem dat zorg weglekt, vertraagt of ontmoedigt. Wie nu nog spreekt van doelmatigheid, bedoelt vaak kostenbeheersing zonder visie. En terwijl de overheid meevallers viert, raken patiënten en professionals verstrikt in een systeem dat vooral goed is in het niet-uitgeven van geld.
Het is tijd om die oude slogan onder het stof vandaan te halen. Niet om hem te herhalen, maar om hem tegen het licht te houden. Wat hebben we werkelijk gewonnen met marktwerking in de zorg? En belangrijker: wat zijn we onderweg kwijtgeraakt?