Specialistische jeugdhulp zoals psychiatrische behandelingen en intensieve gezinsbegeleiding zijn voor individuele gemeenten lastig in te kopen omdat het aanbod schaars is en kleine gemeenten het niet vaak nodig hebben.
Commissiedebat
Tijdens het commissiedebat ggz en suïcidepreventie op dinsdag 15 april stemde de Tweede Kamer in met het wetsvoorstel verbetering beschikbaarheid jeugdzorg. Tijdens het debat werden zorgen geuit over de financiële gevolgen voor gemeenten en de uitvoering van de wet. Staatssecretaris Vincent Karremans erkende deze zorgen, maar benadrukte dat de wet niet leidt tot extra kosten voor gemeenten, maar juist tot efficiëntere zorginkoop. De financiële besluiten worden genomen bij de voorjaarsnota.
Efficiëntere zorginkoop
De wet schrijft voor welke hulp gemeenten minimaal op regionaal niveau samen moeten inkopen. Ook bepaalt de wet dat gemeenten hoogspecialistische hulp landelijk inkopen. De Nederlandse ggz noemt de wet een belangrijke stap in de uitvoering van de Hervormingsagenda Jeugd, die gericht is op het verbeteren van de jeugdzorg voor de meest kwetsbare kinderen. “Het vaststellen van zorgvormen die in elk geval regionaal moeten worden ingekocht is belangrijk voor de beschikbaarheid van deze specialistische zorg. Voor deze zorgvormen zal de inkoop worden gestandaardiseerd.”
Volgens het Nederlands Jeugdinstituut (NJI) vermindert regionale inkoop de administratieve druk bij gemeenten en jeugdhulpaanbieders. “De aanbieders hoeven minder contracten af te sluiten en krijgen minder te maken met verschillende eisen van gemeenten voor de registratie van de verleende hulp”, reageert het NJI.
Sneller ingrijpen
Ook legt de wet de taken van de Jeugdautoriteit vast en regelt de wet dat de Jeugdautoriteit onderdeel wordt van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Dat moet het mogelijk maken om sneller in te grijpen wanneer er risico’s zijn voor de beschikbaarheid van specialistische jeugdzorg.
Het wetsvoorstel wordt behandeld door de Eerste Kamer. Daarvoor is nog geen datum vastgesteld.