De gepolariseerde verhoudingen tussen met name zorgverzekeraars en zorgaanbieders staan innovatieve financieringsvormen in de weg. Dat was één van de conclusies die tijdens het 15e Clingendael European Health Forum te beluisteren viel.
Om te laten zien hoe het anders kan, kreeg in Den Haag de Amerikaanse zorgverzekeraar Blue Cross Blue Shield ruimte om het zogeheten Alternative Quality Contract (AQC) toe te lichten. Met deze nieuwe bekostigingsvorm heeft Blue Cross in een paar jaar tijd de zorgkosten met 10 procent weten terug te dringen, terwijl de kwaliteit groeide. Bovendien heeft ruim 90 procent van de zorgaanbieders zich vrijwillig aangemeld voor deze nieuwe contractvorm.
Volgens senior-onderzoeker Jeroen Struijs van het RIVM is dit success mede te danken de manier waarop Blue Cross heeft gewerkt aan de ‘de softe kant’ van zorgcontractering. “Het vertrouwen onder zorgaanbieders in Blue Cross Blue Shield is groot”, aldus Struijs. “Blue Cross heeft veel data beschikbaar gesteld aan de zorgaanbieders. Blue Cross heeft ook begrip getoond voor het argument van zorgaanbieders dat ze veel hebben moeten investeren om aan de nieuwe manier van werken te kunnen meedoen. Dat vertrouwen dat daaruit is voortgekomen, is onvergelijkbaar met de Nederlandse situatie, waar ik vooral veel wantrouwen zie.”
Stoottroepen
Volgens Wim van Harten, lid raad van bestuur van het AvL/NKI, zijn botsingen in het huidige stelsel onvermijdelijk. “We hebben nu eenmaal met z’n allen besloten dat de zorgverzekeraars countervailing power moeten uitoefenen en dat bereik je niet door alleen maar aardig te doen”, aldus Van Harten. “Dus moeten ze af en toe lelijk doen en dan doen de aanbieders lelijk terug. Dat is het systeem.”
“De ruzie ontstaat vooral als de stoottroepen van de zorgverzekeraars in september komen onderhandelen”, aldus bestuurder Peter Huijgens van IKNL. “Dan blijkt er ineens een groot verschil tussen de strategie van de verzekeraars en de uitvoering. Dat is aan de dokterskant overigens precies zo.”
Indicatoren
Alle wantrouwen leidt volgens Huijgens uiteindelijk alleen tot nodeloze bureaucratie. “We hebben de wereld vervuild met indicatoren. Als het ingewikkeld wordt knippen we het behandeltraject op in stukjes en dan ontwikkelen we daar weer indicatoren voor. Daar moeten we mee ophouden.”
Dat laatste kan wat Diana Delnoij, hoofd van het kwaliteitsinstituut, alleen als ook de aanbieders open kaart spelen. “Het is van tweeë-een”, aldus Delnoij. “Aanbieders kunnen niet weigeren data te delen en dan klagen wanneer iedere verzekeraar met eigen lijstjes aankomt.”
Meerjarencontract
Vrijwel alle aanwezigen waren het er in Den Haag over eens dat meerjaren contracten een goed instrument zijn om het vertrouwen tussen aanbieders en zorgverzekeraars te herstellen en bovendien ruimte biedt voor meer dan alleen korte termijn financiële overwegingen. “Meerjarencontracten betekenen complexiteitsreductie op tal van fronten”, aldus Jan Erik de Wildt van het platform voor strategie en innovatie De Eerstelijns “Ik ben als arts wel 40 procent van mijn tijd kwijt met onderhandelen en aanverwante zaken. Laten we er ook voor zorgen dat verzekerden meerjarencontractem met verzekeraars kunnen sluiten, dan kunnen we pas echt werken aan preventie.”