Het percentage personeel dat met een burn-out kampt, is in de zorgsector met 4,4 procent bovengemiddeld hoog. Ook een groeiend aantal zorgverleners ervaart het gevoel van complete uitputting door het werk.
Het aantal zorgverleners dat emotionele uitputting ervaart is sinds 2015 met bijna 10 procent toegenomen. Ruim een kwart van het zorgpersoneel ervaart het werk vaak of altijd als emotioneel veeleisend. Dit geldt vooral voor psychologen; bijna twee op de drie psychologen vinden hun werk regelmatig emotioneel veeleisend. Artsen en sociaal werkers volgen met ongeveer 40 procent. Deze mentale belasting leidt ook tot een hoog ziekteverzuim.
Ook op andere vlakken verslechtert de mentale gezondheid van zorgpersoneel. Zo stijgt het aantal werknemers dat vaak een gevoel van complete uitputting door het werk ervaart, worden interacties door een groter deel van het personeel als veeleisend ervaren, en neemt het aantal werknemers met een gevoel van leegte na een werkdag toe. Het percentage personeel dat met een burn-out kampt is in de zorgsector met 4,4 procent bovengemiddeld hoog.
Onveilige situaties
De veiligheid van het personeel in de zorg staat er het slechtst voor in vergelijking met alle andere sectoren. Bijna een op de vijf zorgmedewerkers is het afgelopen jaar geïntimideerd of bedreigd door cliënten of patiënten. Een op de tien zorgmedewerkers heeft alleen al in het afgelopen jaar te maken gehad met lichamelijk geweld. Vooral sociaal werkers zijn vaak het slachtoffer van fysiek geweld, waarbij een op de vijf te maken heeft gehad met lichamelijk geweld.
Ook ongewenste seksuele aandacht is opvallend hoog bij de zorg. Bijna 8 procent van het zorgpersoneel heeft te maken gehad met ongewenste seksuele aandacht van cliënten, patiënten of hun naasten, terwijl het gemiddelde percentage in andere sectoren hiervoor op 3 procent ligt. Voor verzorgenden en artsen was dit percentage het hoogst, met ongeveer 14 procent. Daarna volgen verpleegkundigen en fysiotherapeuten, waarbij een op de tien geconfronteerd wordt met ongewenste seksuele aandacht.
Werk-privé balans en persoonlijke ontwikkeling
Het is niet allemaal negatief. De zorgsector heeft voor het vierde jaar op rij de balans tussen werk en privé van het personeel weten te verbeteren. Zo neemt het percentage werknemers dat regelmatig overwerkt iets af: van 25,2 procent in 2023 naar 23,9 procent in 2024.
Binnen het zorgpersoneel werken artsen en gespecialiseerde verpleegkundigen gemiddeld het meeste over, waarbij 36,3 procent regelmatig overwerkt. Daarnaast is er meer vrijheid om verlof op te nemen en zelf de werktijden te bepalen. Dit geldt met name voor psychologen en fysiotherapeuten. Verzorgenden, assistenten en verpleegkundigen hebben daarentegen relatief de minste vrijheid hierin.
Verder is in het afgelopen jaar meer ruimte geweest voor de persoonlijke ontwikkeling van het zorgpersoneel. Zo volgde bijna 68 procent van de werknemers een cursus of opleiding gerelateerd aan hun werk. Daarnaast stimuleerden leidinggevenden in de zorgsector vaardigheden van hun personeel meer dan in andere sectoren. Dit sluit aan bij de verwachting dat zorgpersoneel specifieke opleidingen moet afronden om bijvoorbeeld hun BIG-registratie te behouden.
Bronnen
ABN AMRO meet ieder jaar het welzijn van personeel in alle sectoren in Nederland. De Sectorale Welzijnsmonitor van ABN AMRO is gebaseerd op overwegend openbare bronnen, zoals het Centraal Bureau voor de Statistiek en de Nederlandse Organisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO). Ook is bij TNO aparte data uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) aangekocht om de monitor meer compleet te krijgen. Variabelen waarvoor berekeningen nodig waren zijn handmatig toegevoegd.