Kompas in Zorg en BS Health Consultancy analyseerden de jaarverslagen van de zorgverzekeraars over 2024. De analisten keken naar het totaal plaatje, maar ook gericht naar het zogenoemde technische resultaat en het niet-technische resultaat. Het technisch resultaat gaat over het verzekeren en het niet-technisch resultaat over andere bedrijfsactiviteiten zoals beleggingen.
Het niet-technische resultaat bedroeg in 2024 gemiddeld 40 euro per verzekerde. Het technisch resultaat, met gemiddeld 20 euro per verzekerde, is in 2024 gemiddeld lager dan in 2023.
De zorgverzekeraars verdienden dus relatief minder aan hun belangrijkste taak: verzekeren. Dit komt vooral doordat de zorgkosten in 2024 harder stegen (gemiddeld 8,4 procent) dan de premies en bijdragen (gemiddeld 7,6 procent).
Performance per verzekeraar
De analisten splitsen de bedrijfsmatige performance ook per zorgverzekeraar. In het plaatje hieronder is onder meer te zien dat het eigen vermogen, dankzij beleggingen, bij alle zorgverzekeraars is gestegen. Kompas in Zorg en BS Health Consultancy tekenen hierbij aan dat het eigen vermogen van a.s.r. Ziektekostenverzekeringen niet bekend is. Van Achmea Zorg en a.s.r. Ziektekostenverzekeringen is het niet-technisch resultaat niet bekend.

Beste redactie,
Interessante informatie. Ik heb – in hoofstuk IV van “De Toekomst van de Zorg en het Zorgstelsel ” ( 2024 , SWP-Uitgeverij A’dam) – op basis van een meerjarige analyse- laten zien dat de verschillen in de nominale premies tussen zorgverzekeraars in hoofdzaak worden bepaald door verschillen in de inzet van “eigen vermogens en beleggingsresultaten ” en dus niet door verschillen in de “resultaten in de zorginkoop , incl. verevening”. En dat laatste was een van de belangrijkste instrumenten voor zorgverzekeraars -bij de stelselwijzigingen ca. 2006- om de tarieven te drukken. Overigens zijn de zorgkosten slechts gematigd gestegen. Maar dat komt vooral door de vrij strakke macro-budgettering door de overheid. Voor meer onderbouwing en achtergronden verwijs ik naar genoemde publicatie. Guus van Montfort.