Voor mensen met niet-aangeboren hersenletsel (NAH) en probleemgedrag is nauwelijks goede zorg te krijgen. Ten minste 150 van hen bevinden zich in een uitzichtloze situatie. Dat stellen betrokken zorgverleners in het novembernummer van tijdschrift Markant.
“Er zijn schrijnende gevallen bekend waarmee langdurig wordt geleurd”, aldus Wilma Ritzen van kenniscentrum Vilans en tot voor kort zelf coördinator van een hersenletselteam in het tijdschrift voor de gehandicaptenzorg. Veel patiënten verhuizen doorlopend van de ene zorgsetting naar de andere, terwijl ze een stabiele, prikkelarme woonomgeving en passende ondersteuning nodig hebben. Doordat de cliënten van het kastje naar de muur gestuurd worden, raken ze wanhopig en verslechtert hun gedrag.
Onbekendheid
Monique Kuipers, voorzitter van de coördinatoren van de hersenletselteams, denkt dat er meer probleemgevallen zijn dan de nu bekende 150. Ze vermoedt dat een onbekend aantal NAH-patiënten bij ouders, partners of alleen wonen. Ze ondervinden forse problemen in het dagelijks leven, zoals verschulding, sociaal isolement en criminaliteit. “Behalve aan voldoende verblijfplaatsen en dagbesteding is er ook grote behoeft aan meer bekendheid van de problematiek”, aldus Kuipers.
Kamervragen
Zorgaanbieders die wel initiatieven ontplooien, stuiten op de financiering die moeilijk is rond te krijgen. Voor deze cliëntengroep, die in geen van de zorgsectoren helemaal past, bestaat geen zorgzwaartepakket. De PvdA heeft inmiddels Kamervragen gesteld naar aanleiding van de kwestie.