De nieuwe jeugdwet leidt tot meer in plaats van minder bureaucratie in de jeugdzorg. Het kabinet decentraliseert die naar de gemeenten, maar daardoor dreigt een uitdijend verantwoordings- en toezichtcircuit te ontstaan. Dat meldt Actal, een college dat kabinet en parlement adviseert over regeldruk.
Niet alleen krijgen jeugdigen en hun ouders meer te maken met allerlei regels, ook de instellingen en jeugdhulpverleners zijn er straks meer tijd aan kwijt, vrezen de onderzoekers. “Deze decentralisatie biedt juist een uitgelezen kans om jeugdhulp op een niet-bureaucratische wijze te organiseren”, aldus voorzitter Jan ten Hoopen van Actal dinsdag. “Wat ik zie, is het omgekeerde, omdat het rijk niet lijkt te durven loslaten.”
Certificering
Het wetsvoorstel dat op 1 juli bij de Tweede Kamer is ingediend bevat diverse voorschriften voor certificering, kwaliteitsregisters, landelijke inspecties en verantwoording. Maar volgens het adviescollege is daardoor de kans groot dat er stapeling van toezicht optreedt. Actal vindt het jammer dat het rijk niet het voortouw neemt om samen met gemeenten en inspecties de bureaucratie terug te dringen.
“Op deze wijze wordt nationaal en lokaal toezicht gestapeld. De lasten komen dan uiteindelijk bij de jeugdzorginstellingen en de professionals terecht.”
Opheldering
Volgens CDA-Kamerlid Mona Keijzer was het idee bij de nieuwe opzet van de jeugdzorg juist dat de administratieve lasten zouden verminderen. Zij heeft dan ook opheldering gevraagd aan verantwoordelijk staatssecretaris Martin van Rijn (Volksgezondheid). Keijzer wil onder meer weten wat Van Rijn vindt van de aanname van Actal dat deze wet de jongere en het gezin onvoldoende centraal zet en zich te veel richt op de uitvoerende instanties. Als het aan het CDA ligt, wordt het wetsvoorstel nog aangepast. (ANP)