De volumegroei in de ziekenhuissector is in 2011 vergeleken met voorgaande jaren duidelijk afgenomen. Daarmee zijn de ziekenhuizen vorig jaar zelfs al onder het groeiplafond van 2,5 procent uit het hoofdlijnenakkoord voor 2012 gebleven. Dit constateert adviesbureau Gupta Strategists in haar studie naar de prestaties van Nederlandse ziekenhuizen in 2011.
In het hoofdlijnenakkoord zijn ziekenhuizen en zorgverzekeraars vorig jaar een maximale volumegroei van 2,5 procent overeengekomen. Uitgedrukt in het aantal behandelde patiënten zijn de ziekenhuizen over 2011 op een totale volumegroei van 2,4 procent uitgekomen, constateert adviesbureau Gupta Strategists. Of het het hoofdlijnenakkoord daarmee zijn schaduw vooruit heeft geworpen, is volgens Wouter Klinkhamer van Gupta lastig vast te stellen. Doordat ziekenhuizen -zoals Klinkhamer het stelt- niet alleen “ietsje meer”, maar ook “ietsje duurder” zijn gaan behandelen, komt de totale omzetgroei van de ziekenhuizen uit op 3,9 procent. Dit percentage betekent wel een daling van de omzetgroei. In 2010 bedroeg de omzetgroei 5,1 procent, wat al beduidend lager was dan in de drie voorgaande jaren (6,8 – 7,7 procent).
Kentering
De bevindingen van Gupta staan haaks op een eerdere rapportage van de Nederlandse Zorgautoritiet (NZa). De NZa becijferde een jaar geleden dat de omzet van de ziekenhuizen het voorgaande jaar bijna twee keer harder was gegroeid dan de zorgvraag. “Deze scheefgroei onderstreept de noodzaak van selectieve zorginkoop”, zo betoogde de NZa destijds. Het rapport van Gupta suggereert er inmiddels een kentering is opgetreden.
Beperkte stijging productie en prijzen
De analisten schrijven de gematigde groei in 2011 toe aan zowel een lagere groei van de productie als een beperkte stijging van prijzen. In 2011 steeg de productie, gemeten in patiënteenheden , met 2,4 procent tegenover 3,4 procent in de afgelopen drie jaar. Dit is het laagste groeiniveau sinds 2002.
Een duidelijke verklaring voor de beperkte groei van de productie kan Gupta niet geven: “In eerdere analyses lieten wij zien dat de productie van ziekenhuiszorg door de geschiedenis heen steeds een patroon laat zien van stijgende en krimpende groei. Wij kennen geen eenduidige verklaring voor dit jojo-fenomeen. Het zou kunnen dat de ziekenhuiszorg een eigen groeitempo kent, waarop beleidsmakers slechts tijdelijk kunnen ingrijpen. Na een paar jaren van lage productiegroei gaat het beleid knellen. Dat wordt bijvoorbeeld zichtbaar in oplopende wachtlijsten. De publieke opinie eist dan weer beleid dat erop is gericht om deze wachtlijsten weg te nemen. Wij kunnen nu nog niet vaststellen of deze periode van beperkte groei weer een onderdeel is van deze jojo-cyclus. Mogelijk zien we een echte trendbreuk in de groei van de zorgproductie. Maar misschien is het slechts een tijdelijke verschuiving, die als een boomerang terugkomt in de zorgkosten van de toekomst.”
De geringe prijsgroei van 1,5 procent komt volgens Gupta met name door de macrokorting die toenmalig minister Klink van VWS in 2010 oplegde voor het jaar 2011. In het hoofdlijnenakkoord 2012 – 2015 is afgesproken dat de gemiddelde uitgaven aan ziekenhuiszorg (exclusief loon- en prijsbijstelling) niet harder zullen groeien dan 2,5 procent per jaar. “Ziekenhuizen realiseren in 2011 al die beperkte omzetgroei, maar de werkelijke prijsontwikkeling zullen we pas goed zien als de macrokortingen verdwijnen”, stellen de analisten.
Streekziekenhuizen
Wat betreft de financiële prestaties van de individuele ziekenhuizen signaleren de Gupta-analisten in 2011 sterkere verschillen dan voorheen. Zo zijn kleine streekziekenhuizen van meest winstgevend in 2009 nu het meest verlieslatend. Daarbij is hun vermogenspositie zeer kwetsbaar. Zij moeten volgens het Gupta-rapport goed op hun tellen passen en de juiste acties inzetten voor de toekomst. De huidige zorgmarkt geeft volgens de analisten namelijk minder ruimte aan slecht presterende ziekenhuizen.
Prestaties en inkoopbeleid
De financiële resultaten van individuele ziekenhuizen verschillen in 2011 sterker dan voorheen, zowel in winstgevendheid als in vermogenspositie. De analisten zien hierin een aanwijzing dat de in- en verkoopmarkt van ziekenhuiszorg rationaliseert. “De huidige zorgmarkt geeft minder ruimte aan slecht presterende ziekenhuizen. Nationaal opererende zorgverzekeraars en toenemende transparantie over geleverde prestaties leiden tot een steeds meer uniform inkoopbeleid. Slechte prestaties worden snel zichtbaar in teruglopende financiële resultaten. Dit is volgens de analisten een gezonde ontwikkeling met het oog op de betaalbaarheid en de continuïteit van de zorg. “De mogelijke dreiging van een faillissement zet bestuurders en artsen aan om te elfder ure alsnog te starten met een serieus traject om het profiel van het ziekenhuis weer aan te laten sluiten bij de regionale zorgvraag en de operationele prestaties snel en ingrijpend te verbeteren”, stellen zij in het rapport.
Afhankelijkheid van banken
Opvallende bevindingen in het rapport zijn verder dat de ziekenhuizen steeds meer afhankelijk worden van banken. De totale uitstaande schuld bedraagt 18 miljard euro in 2011. Een steeds groter deel hiervan is langlopend; ziekenhuizen investeren fors in vaste activa. De afhankelijkheid van banken groei mede doordat zorgverzekeraars zich terugtrekken. “Ze halen de opgebouwde overfinanciering terug en zijn strikter in het financieren van onderhandenwerk. De financieringsbehoefte die daardoor openvalt wordt ingevuld door banken; de afhankelijkheid van ziekenhuizen van die banken groeit”, stellen de analisten.
Ziekenhuizen besparen 200 miljoen
De ziekenhuizen hebben in 2011 zo’n 200 miljoen euro weten te besparen ten opzichte van de inflatie een besparing; een grote verandering ten opzichte van voorgaande jaren. De analisten noemen dit veelbelovend: “Kennelijk zijn er in het huidige stelsel voldoende prikkels om deze productiviteitswinst te realiseren. Tegelijkertijd zien we de hoogste winstgevendheid in de afgelopen jaren: de sector blijkt voldoende gemotiveerd om gezonde bedrijfsmatige resultaten te behalen. Het was immers in historisch perspectief geen schande geweest om de kosten iets op te laten lopen. De analisten waarschuwen echter dat de lage productiegroei in 2011 op een verborgen probleem kan wijzen: “De ervaring leert dat druk op het zorgbudget leidt tot wachtlijsten en beperkingen van innovatieve behandelingen. Op termijn leidt de groeiende zorgbehoefte tot een vollopend stuwmeer. Het is de uitdaging om de vraag zodanig te beheersen dat de druk achter de dam niet te hoog wordt.”