Met het sterk inkomensafhankelijk maken van de nominale zorgpremie dragen VVD en PvdA het zorgstelsel ten grave. Bovendien zorgt het plan ervoor dat de 375.000 nieuwe banen van de VVD teniet worden gedaan en omgezet in een structureel werkgelegenheidsverlies. Dat stellen Raymond Gradus, hoogleraar aan de VU, en Gerard Adelaar, analist politiek en zorgbeleid, woensdag in het FD en op Me Judice.
Nivelleringsplannen
Maar liefst 85 procent van de huidige nominale zorgpremie wordt omgezet in een inkomensafhankelijke premie. Verzekerden dragen nu nog een nominale premie van gemiddeld zo’n 1280 euro per persoon rechtstreeks af aan de zorgverzekeraar. Werkgevers betalen in 2012 voor hun werknemers een inkomensafhankelijke bijdrage van 7,1 procent over het brutoloon tot 50.065 euro. Bij uitvoering van de nieuwe nivelleringsplannen zullen burgers nog maar gemiddeld 400 euro nominaal afdragen aan een zorgverzekeraar en de rest via een inkomensafhankelijke premie van 11,1 procent.
Nadelen
Dit heeft grote nadelen, stellen Adelaar en Gradus. “De huidige nominale zorgverzekeringspremie is de hoeksteen van het zorgstelsel. Binnen de nieuwe lage nominale premie van maar een paar honderd euro kunnen verzekeraars nog nauwelijks op premie concurreren. Verzekerden zullen minder stemmen met de voeten. Dus verdwijnt voor zorgverzekeraars de stimulans om de beste zorg voor de gunstigste prijs in te kopen. En zo verdwijnt in de hele zorgketen de prikkel om op doelmatige wijze kwaliteit te leveren.”
Effecten op arbeidsmarkt
De effecten van de inkomensafhankelijke zorgpremie op de arbeidsmarkt vinden Adelaar en Gradus even schokkend. “Omdat de nieuwe lasten op arbeid drukken, loont het minder om te werken. De (structurele) werkgelegenheid daalt hierdoor met 1 tot 2 procent.” De nieuwe inkomensafhankelijke premie kan zodanig worden vormgegeven dat de verzekerde een inkomensafhankelijke bijdrage betaalt aan de Belastingdienst. Over deze bijdrage is wel belasting verschuldigd, waarvoor burgers gecompenseerd moeten worden. De vermindering van de administratieve lasten van zo’n 380 miljoen euro voor werkgevers die met de wet Wet Uniformering Loonbegrip wordt bewerkstelligd zou in één pennenstreek van tafel zijn, betogen Adelaar en Gradus. Bovendien, stellen zijn, is de Belastingdienst weliswaar verlost van uitvoering van de zorgtoeslag, maar staat daar de uitvoering van een nog gecompliceerdere inkomensafhankelijke bijdrage tegenover. Zeker omdat een dergelijke operatie tot herverdelingseffecten leidt die weer gerepareerd moeten worden.
Basis van het zorgstelsel
“Introductie van de nieuwe basisverzekering in 2006 markeerde het einde van een lange discussie. In de loop van de jaren tachtig werd helder dat het aanbodgerichte curatieve zorgstelsel niet voldeed. Veel overheidsbemoeienis stond effectief zorgaanbod in de weg. Om op de markt voor zorgverzekeringen prijsconcurrentie mogelijk te maken werd voor iedereen een reële nominale premie geïntroduceerd. Dat principe is nu van tafel. Weg basisidee van het zorgstelsel, dat nog niet de kans gehad heeft om zich echt te bewijzen. Een stelsel waarvan de toonaangevende veldpartijen wensen dat het blijft voortbestaan” aldus Adelaar en Gradus.
Operatie geslaagd, patiënt overleden
“Het nieuwe kabinet gaat met zevenmijlslaarzen terug in de tijd. Plots zijn we nog maar één stap verwijderd van het inefficiënte en logge ziekenfondsmodel. Efficiëntie en kwaliteit zullen eronder lijden. Als het plan Europeesrechtelijk haalbaar blijkt, heeft het er alle schijn van dat de PvdA de ideologische slag om het zorgstelsel heeft gewonnen. De door de PvdA voorgestane budgettering van de zorg is niet in het regeerakkoord beland, maar dat is een pyrrusoverwinning voor de VVD. Via de achterdeur wordt het zorgstelsel dat minister Hoogervorst (VVD) invoerde alsnog om zeep geholpen. Bovendien zorgt het zogenaamde eerlijke en sociale voorstel voor een krimpende arbeidsmarkt. Operatie geslaagd, patiënt overleden.”