Gemeenten moeten stoppen met het hanteren van inkomensgrenzen bij de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO). Gemeentelijke verordeningen die nog wel inkomensgrenzen bevatten, moeten op korte termijn worden aangepast. En aanvragen die met een beroep op een inkomensgrens zijn afgewezen, moeten opnieuw worden behandeld. Dat schrijft VWS-staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten aan de colleges van B en W en de gemeenteraden.
De brief van de demissionair staatssecretaris is een reactie op het onderzoek van de Ombudsman, naar aanleiding van een uitzending van het tv-programma Kassa begin dit jaar.
Kamerdebat
In juni zei de staatssecretaris in een kamerdebat al dat gemeenten geen inkomensgrens mogen hanteren die bepaalt of mensen al dan niet in aanmerking komen voor een WMO-voorziening. Onder de Wet voorzieningen gehandicapten, een van de voorlopers van de WMO, werd wel een inkomensgrens gehanteerd voor mensen die een beroep deden op vervoer.
Jurisprudentie
Veldhuijzen van Zanten heeft zich erover verbaasd dat bij driekwart van de 415 door de Ombudsman onderzochte gemeentelijke verordeningen toch een niet toegestane inkomensgrens gehanteerd of extra bijdrage gevraagd wordt. Ze wijst erop dat er inmiddels voldoende jurisprudentie over de inkomensgrens bestaat. Die mogen gemeenten eenvoudigweg niet hanteren. Wel mogen ze een inkomensafhankelijke eigen bijdrage vragen.
Ontoelaatbaar
De staatssecretaris schrijft dat ze het ontoelaatbaar vindt dat gemeenten ondanks haar standpunt en ondanks de jurisprudentie hun WMO-verordening niet hebben aangepast. Doen ze dat alsnog niet, dan zal ze niet aarzelen zo’n verordening nietig te laten verklaren. Zolang de verordening niet is aangepast, moeten gemeenten burgers tenminste informeren dat de inkomensgrens niet van toepassing is.