De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) is kritisch over grote aanbieders van intramurale zorg voor zintuiglijk gehandicapten. Met name de behandelplannen zijn in grote concerns nog niet voldoende op orde, constateert de IGZ.
Zorg verbeterd
Niettegenstaande deze kritische noot, vindt de IGZ dat de zorg voor mensen met een zintuiglijke beperking is verbeterd. Er is geen sprake is van structurele sectorbrede risico’s. Zo is in de meeste organisaties de medezeggenschap formeel goed geregeld. Ook zijn de meeste cliënten tevreden over de regie over eigen leven.
Knelpunten
Hoewel de sector dus al veel zaken goed op orde heeft, vindt de IGZ verdere verbeteringen wel noodzakelijk, temeer daar de door de inspectie opgemerkte knelpunten niet nieuw zijn. In 2003 signaleerde de inspectie ook al dat de behandelplannen beter kunnen. Dit probleem speelt volgens de inspectie met name bij landelijk opererende concerns.
‘Extra impuls’
Bestuurder Jo Triepels van Visio noemt het inspectierapport een ‘extra impuls’ voor de al eerder ingezette koers naar kwaliteitsverbetering. “Uit de inspectierapportage blijkt dat Koninklijke Visio op veel punten goed uit de bus komt”, aldus Triepels. “Slechts op enkele locaties dienen verbeteringen doorgevoerd te worden ten aanzien van de behandelplannen. De verbetering van de behandelplannen was ten tijde van het inspectiebezoek al in gang gezet en is nu versneld.” Volgens Triepels is er geen sprake van een negatieve relatie tussen omvang van de organisatie en kwaliteit van zorg: “Sensis, Visio en De Brink zijn juist gefuseerd om de kwaliteit beter te kunnen waarborgen. Het risico dat kwaliteitsbeleid in grotere organisaties onvoldoende tot zijn recht komt, willen wij voorkomen door kwaliteitsbeleid tot op bestuursniveau te borgen.”
Spiegel
“De inspectie heeft ons een goede spiegel voorgehouden”, reageert bestuurder Henk Bakker van Kentalis, voorheen KEGG Viataal. “Enerzijds zien we een bevestiging van wat we al wisten, anderzijds heeft het ons ook nieuwe inzichten opgeleverd. Een aantal van de gesignaleerde punten krijgt daarom hoge prioriteit. We gaan aan de hand van concrete plannen aan de slag, in dialoog met onze cliënt. Ook gaan we de uitdaging aan om te laten zien dat grote organisaties geen belemmering hoeven te zijn voor goede kleinschalige, cliëntgerichte dienstverlening.” Kentalis mikt er daarbij op dat de vier door de inspectie bezochte locaties van elkaar leren. “Zo hoeft niet iedere werkeenheid het wiel uit te vinden en kan slagvaardig gewerkt worden aan de noodzakelijke verbeteringen.”