NZa berekent lagere ggz-tarieven voor 2026

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft de nieuwe tarieven gepubliceerd na afronding van het kostprijsonderzoek in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) en forensische zorg (fz).

Ggz-tarieven

Uit het NZa-onderzoek zou blijken dat de gemiddelde kosten van de ggz-behandelingen zonder opname iets zijn gedaald. Daarom dalen ook de tarieven. Daarnaast ziet de NZa verschillen tussen de deelsectoren en de setting waar cliënten worden behandeld. Over het algemeen stijgen de tarieven van forensische zorg. De tarieven voor complexe ggz stijgen iets ten opzichte van de tarieven voor minder complexe zorg.

Indexatie

Sinds het laatste kostprijsonderzoek over 2017 en het ingaan van het zorgprestatiemodel in 2022 zijn de tarieven steeds geïndexeerd. “Het was hard nodig om de tarieven bij te werken naar de huidige situatie in de sector”, zo laat de NZa weten. “Zorgaanbieders en zorgverzekeraars kunnen met de nieuwe tarieven nu afspraken maken om mensen die ggz en fz nodig hebben te helpen aan tijdige en passende zorg.”

Sommige tarieven volgen later nog

De Rechtbank Midden-Nederland bepaalde onlangs dat een onderdeel van de huidige rekenmethode niet mag worden gebruikt voor het berekenen van de tarieven voor vrijgevestigde gezondheidszorgpsychologen, klinisch (neuro)psychologen en psychotherapeuten. De NZa moet daarom een alternatieve methode gebruiken. De ontbrekende tarieven worden naar verwachting “uiterlijk begin september” gepubliceerd.

Verplichte registratie verwijsdatum

De NZa heeft ook de regelgeving aangepast. Vanaf 2026 is het verplicht om de verwijsdatum te registreren en bij declaratie te vermelden. Hierdoor wordt het mogelijk om wachttijden te berekenen op basis van declaratiedata. Dit moet zorgprofessionals administratieve lasten besparen en tegelijkertijd zorgen voor betrouwbaardere en completere informatie over wachttijden. Zorgverzekeraars moeten hiermee gemakkelijker hun verzekerden kunnen bemiddelen naar een zorgaanbieder met kortere wachttijden.