HAH kwam in mei in opspraak. De inspectie constateerde toen dat bewoners er vaak niet goed werden behandeld. Ze werden volgens de IGJ door bestuurders en sommige zorgverleners “voor schut gezet, bang gemaakt en in verwarring of verlegenheid gebracht”. Ook waren er meldingen over cliënten die “onnodig en hardhandig” werden vastgehouden.
De IGJ oordeelde dat de bestuurders, die geen tegenspraak zouden dulden, moesten opstappen. Ze weigerden in eerste instantie, maar maakten in juni alsnog plaats voor twee interim-bestuurders. Dat deden ze nadat zorgkantoor CZ had gedreigd de overeenkomst op te zeggen. (ANP)