In de stad Utrecht zijn nog maar een paar kraamzorgorganisaties actief. Terwijl net buiten de stad veel meer keuze is. Gevolg: lange wachtlijsten en in sommige gevallen zelfs helemaal geen kraamzorg. Het tekort in Utrecht is ontstaan toen drie jaar geleden twee grote partijen zich uit de stad hebben teruggetrokken. Wethouder Eelco Eerenberg van de gemeente Utrecht vermoedt dat de twee bureaus, die zijn overgenomen door private equity-investeerders, er te weinig winst konden maken. “Je ziet dat de marktwerking hier echt geen goeds brengt, want het zorgt ervoor dat er gekeken wordt naar plekken waar je met het minste werk het meeste rendement kan halen. Misschien moeten we kraamverzorgenden beter betalen als zij werken in een gezin waar ook meer te doen is?”
Verzekeraar
Brancheorganisatie van geboortezorg, Bo, geeft de zorgverzekeraar de schuld. Zilveren Kruis zegt dat ze kraamorganisaties niet kunnen verplichten om in alle postcodes in hun regio zorg te verlenen.
Kwetsbare situatie
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd heeft geen onderzoek gedaan naar hoe groot dit probleem is, maar gaat dit naar aanleiding van de berichtgeving van Nieuwsuur wel doen. Hoofdinspecteur Janet Helder: “Wij zien dat kraamzorgverleners bepaalde postcodegebieden uitsluiten, daar niet willen werken om wat voor reden dan ook. Dat zijn vaak postcodegebieden waar meer mensen in een kwetsbare situatie wonen, dus dat verergert het probleem nog eens.”
