De kosten van de inzet van PNIL zijn met ongeveer 3 procent gestegen ten opzichte van 2023. Er wordt nog altijd veel geld uitgegeven aan de inhuur van PNIL. In 2024 bedroeg dit 926 miljoen euro op een totale omzet van 12,1 miljard euro. Dat is 7,7 procent van de totale omzet.
Trendbreuk
Bij de vvt is sprake van een trendbreuk. Voor het eerst in tien jaar daalt het aandeel PNIL binnen het totale personeelsbestand: van 17 procent in 2023 naar 15,2 procent in 2024. In de ggz was de daling van het aandeel PNIL in 2023 al ingezet.
Hoog ziekteverzuim
In de gehandicaptenzorg nemen de PNIL-kosten juist nog steeds een nog groter aandeel van de totale personeelslasten in. Volgens Utrechtzorg blijkt uit de jaarverslagen dat de oorzaak ligt in de arbeidsmarktproblematiek en hoog ziekteverzuim.
Daling in de cure
In de cure-sector is de inzet van PNIL door de jaren heen redelijk stabiel: 6-7 procent van de totale personeelskosten wordt hieraan besteed. Er is in 2024 voor het eerst wel sprake van een daling.
Voorsorteren op de wet DBA
De stabilisatie is volgens Utrechtzorg een effect van het voorsorteren van zorgorganisaties op de handhaving van de wet DBA per 1 januari 2025. Utrechtzorg brengt de inzet van PNIL in de regio’s Utrecht, Amersfoort-Eemland en Gooi & Vecht sinds 2019 in kaart. De nieuwste analyse gaat over de cijfers van 2024.
Veel zorggeld naar inhuur
“Deze stabilisatie is een bemoedigende ontwikkeling. Tegelijk gaat er nog steeds heel veel zorggeld naar de inhuur van extern personeel”, geeft Vincent Alkemade, directeur-bestuurder Utrechtzorg, aan. “Dat zijn gewaardeerde collega’s, maar liever zien we deze mensen in vaste dienst. Teams, patiënten en cliënten zijn gebaat bij vaste gezichten. We willen de PNIL-kosten niet alleen laten stabiliseren, maar ook zien afnemen. Dat kan door het werk flexibeler en slimmer in te richten, zodat vaste loondienst aantrekkelijker wordt”.
