Het plan van het kabinet om ouders zo nodig te verplichten hun kinderen in te enten als ze die naar de kinderopvang willen brengen, is op een obstakel gestuit. De politiek moet zelf bepalen wanneer die maatregel aan de orde is, terwijl het kabinet hoopte dat aan wetenschappers over te laten.
Het kabinet had het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) gevraagd een ondergrens vast te stellen voor de zogeheten vaccinatiegraad. Als zoveel ouders hun kinderen niet inenten dat het gevaarlijk wordt, zou een vaccinatieplicht voor de kinderopvang kunnen worden ingevoerd. Maar de politiek moet die ondergrens zelf bepalen, vindt het RIVM. Die zou moeten afhangen van bijvoorbeeld de ernst van de ziekte waartegen het vaccin beschermt. “Dit maakt het wat spannender en ingewikkelder”, zegt verantwoordelijk staatssecretaris Paul Blokhuis. “Het wordt nu echt een politiek besluit, maar wie zijn wij als politici om dat keihard vast te stellen? Maar de bal ligt nu bij ons.”
In de startblokken
Een vaccinatieplicht voor de kinderopvang is een ingrijpende maatregel, erkent het kabinet. Daarom hoopte het op rugdekking van wetenschappers. Die zouden moeten bepalen wanneer de nood zo hoog is dat de maatregel moet worden ingezet. Het voortaan achter de hand houden van een vaccinatieplicht voor kinderdagverblijven en gastouders, was aanbevolen door een commissie. Die had zich in opdracht van het kabinet over het vaccinatiebeleid gebogen. Blokhuis en zijn collega Tamara van Ark van Sociale Zaken nemen de aanbeveling over, ook al zien ze nog wel haken en ogen. Ze willen “in de startblokken” staan als “onverhoopt de vaccinatiegraad weer gaat dalen”. De laatste tijd gaat het juist wat beter, beklemtonen ze.
Voorrang
Blokhuis en Van Ark gaan de maatregel nu “met voorrang” uitwerken. Dan moet bijvoorbeeld duidelijk worden of het kabinet ook het personeel in de kinderopvang kan verplichten zich in te enten. En welke ondergrens past bij welke ziekte. (ANP)