De meeste artsen vinden euthanasie niet denkbaar als er sprake is van lijden aan een psychiatrische aandoening, dementie of lijden aan het leven. Daarentegen vindt de meerderheid van de artsen het uitvoeren van euthanasie wel denkbaar bij kanker of andere ernstige lichamelijke aandoeningen.
Dit blijkt uit onderzoek uitgevoerd door VUmc in samenwerking met het AMC en Erasmus MC onder 1456 artsen in Nederland. Het onderzoek is gepubliceerd in Journal of Medical Ethics. 86 procent van de artsen zei het denkbaar te vinden om euthanasie uit te voeren. Dit percentage lag hoger bij huisartsen (93 procent) en specialisten ouderengeneeskunde (87 procent), en lager bij ziekenhuisspecialisten (74 procent).
Veel artsen maakten onderscheid in de aandoening die patiënten hadden. Ze vonden euthanasie vaker denkbaar bij kanker en andere ernstige lichamelijke aandoeningen (85 procent en 82 procent). Een minderheid van de artsen vond het denkbaar om een euthanasieverzoek in te willigen in geval van lijden door een psychiatrische aandoening (34 procent), beginnende dementie (40 procent) en door lijden aan het leven (27 procent).
Dementie
Het uitvoeren van een euthanasieverklaring in geval van gevorderde dementie vond 29 procent denkbaar. Opvallend noemt VUmc het dat met name specialisten ouderengeneeskunde het vaker ondenkbaar vonden om euthanasie uit te voeren bij gevorderde dementie; slechts 14 procent van hen zou het doen.
Een reden dat artsen meer moeite hebben met het eventueel uitvoeren van euthanasie bij mensen met psychische klachten, is volgens het onderzoek twijfel in hoeverre het lijden ondraaglijk is. Bij mensen met dementie is het al helemaal lastig aan te tonen of er sprake is van lijden, omdat er niet goed meer gecommuniceerd kan worden.
Onlangs bleek al dat de Levenseindekliniek meestal overgaat tot euthanasie bij lichameljike aandoeningen. En dat terwijl ruim dan een derde van de mensen die zich tot de kliniek wendden, vroegen om euthanasie vanwege een psychiatrische aandoening.