De decentralisatie van de jeugdzorg leidt tot een enorme administratieve rompslomp bij jeugdinstellingen. Zij zien zich gedwongen om daar meer mankracht op te zetten en vrezen dat dit ten koste zal gaan van de zorg. Dat blijkt uit een rondvraag van NRC Handelsblad onder regionale en landelijke jeugdzorginstellingen, die samen 18.000 kinderen behandelen.
De overheveling van de jeugdzorg naar de gemeenten moest de zorg efficiënter maken. Gemeenten staan dichter bij de burger, is de redenering van het kabinet. In de praktijk leidt dit echter tot meer versnippering, constateren de jeugdinstellingen. Ze hebben nu te maken met verschillende klachtenprocedures, verschillende calamiteitsvereisten, verschillende verantwoordingsregimes en natuurlijk vele verschillende kostenplafonds.
NRC neemt de Mutsaersstichting als voorbeeld, een jeugd-ggz-instelling met bijna 2.000 kinderen onder haar hoede, die dit jaar zes fte’s heeft ingehuurd. Vorig jaar had de Mutsaersstichting een contract met slechts tien partijen. Nu moet de instelling zaken doen met 75 gemeenten. Dat leidt tot een lappendeken aan contracten en betalingsregimes. “De regeldruk is enorm toegenomen”, zegt Erwin Scheepers, controller bij de instelling.
Eerder zorgverlener weg dan administratiekracht
De decentralisatie moet ook geld besparen. Tot en met 2017 bezuinigt het daarom 15 procent op het jeugdzorgbudget van gemeenten. Die berekenen dat door aan instellingen. Veel instellingen zullen hun budget zien krimpen.
Curium-LUMC, een jeugd-ggz-instelling in Oegstgeest voor onder meer kinderen met autisme, krijgt tien procent minder geld. Gedwongen ontslag van “vijf à zes” mensen is onvermijdelijk, zegt directeur bedrijfsvoering Esther Reinhard in NRC. Dat zullen zorgverleners zijn, en geen administratieve krachten. “Anders lopen we gewoon geld mis.” Gevolg: langere wachttijden van “zeker een paar maanden” bij dagbehandelingen.
Onbedoeld
Marjanne Sint, voorzitter van de Transitie Autoriteit Jeugd (TAJ) die toeziet op de continuïteit van de jeugdzorg, noemt het probleem van de bureaucratie een “serieus en onbedoeld effect” van de decentralisatie. “Niet alleen instellingen hebben er last van, ook gemeenten zelf.” Een snelle oplossing is er niet, zegt ze. “Het is nu eenmaal de uitkomst van het inkooptraject dat door de wetgever bedoeld is.”
Staatssecretaris Van Rijn (VWS, PvdA) laat weten “intensief in gesprek” te zijn met brancheorganisaties en gemeenten over “standaardisatie” van declaraties, aldus NRC.