Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) stelt geen materiaal van hielprikkaarten ter beschikking aan het Openbaar Minister (OM). Het OM wilde het DNA van de ‘containerbaby’ laten vergelijken met DNA-profielen op hielprikkaarten die bij het RIVM worden bewaard.
De baby werd op 26 oktober 2014 in een ondergrondse vuilcontainer in Amsterdam-West gevonden. In het najaar van 2015 riep het OM de hulp in van het RIVM omdat het onderzoek in de zaak niet naar de ouders van het meisje had geleid. De baby had kort na haar geboorte wel een hielprik gekregen, bleek uit medisch onderzoek.
Volgens het RIVM zou het medisch beroepsgeheim in het gedrang komen als de hielprikkaarten ter beschikking zouden worden gesteld. “Dat kan alleen bij heel hoge uitzondering, in zwaarwegende zaken die een gevaar zijn voor bijvoorbeeld moeder of kind. En dat is nu niet het geval”, liet het instituut weten.
Nu het RIVM het materiaal niet ter beschikking stelt, zal het OM het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) de opdracht geven DNA-verwantschapsonderzoek te doen, zo meldt nieuwssite Blikopnieuws.nl. Daarbij wordt in de DNA-databank voor strafzaken gezocht naar biologische verwanten.