Het aantal mannelijke zzp’ers in de zorg is de afgelopen 10 jaar verviervoudigd. Het aantal vrouwelijke zzp’ers is ook gestegen, maar minder spectaculair. Dat nam toe met 65 procent. Het totaalaantal zzp’ers in de zorg is gestegen met 67 procent.
Dat blijkt uit onderzoek van thuiszorgorganisatie Zuster Jansen. Die analyseerde gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek van 2007 tot en met 2017. In 2017 was zo’n 10 procent van de werkenden in de zorgsector actief als zelfstandige zonder personeel. Het gaat om ongeveer 100.000 mensen. Naar schatting werkt zo’n 85 procent van de zzp’ers als verzorgende of verpleegkundige. De meeste van hen werken in de thuiszorg.
Leeftijd
In 2007 viel ongeveer tweederde van de zzp’ers in de leeftijdscategorie 45 tot 65 jaar en bijna een derde in de leeftijdscategorie van 25 tot 45. Tegenwoordig valt 56 procent in de categorie 45 tot 65 en 37 procent in de leeftijdscategorie van 25 tot 45 jaar. Ook de groepen jongere zzp’ers (onder de 25 jaar) en oudere (boven 65) zijn gestegen. In 2007 waren er ongeveer 500 jongere zelfstandigen actief in de zorgsector en 1100 ouderen. Tegenwoordig is de groep jongeren gestegen tot ongeveer 2600 en de groep ouderen tot 2900.
Achtergrond
Zuster Jansen onderzocht ook de afkomst en achtergrond van de zzp’ers. Opvallend is de groei van zzp’ers met een niet-westerse migratieachtergrond. Die groep is ook bijna verviervoudigd (stijging van 268 procent). Het waren er in 2017 ongeveer 7000. Het aantal zelfstandigen met een westerse migratieachtergrond – uit met name Duitsland, België en Polen – steeg met 85 procent. Het aantal Nederlandse zzp’ers met 57 procent. Het merendeel (82 procent) van het totaalaantal zelfstandigen in 2017 heeft geen migratieachtergrond.