Zakkenvuller! Dat is de ongenuanceerde term voor iedereen die meer verdient dan de inmiddels overbekende norm: het salaris van de minister-president. Volgens velen zit ons land vol met zakkenvullers!
Per definitie is een zakkenvuller iemand die veel geld verdient ten koste van een ander en dat geeft ons, terecht, een persoonlijk gevoel van onbehagen. Geld vragen (en krijgen) voor waardeloos werk maakt iemand een zakkenvuller, ook in de gezondheidszorg. Duur is iets pas als je niet krijgt waar je voor betaalt! Iedere discussie over salaris – ook in de gezondheidszorg – moet niet gaan over het absolute bedrag. Het moet gaan over hetgeen wat men er voor doet! Daar komt wat mij betreft de Pay for Performance (P4P), kosteneffectiviteit en echte waardecreatie voor de patiënt om de hoek kijken.
Kansen voor de zorg
Deze tijd biedt een enorme kans aan de gezondheidszorg. De kans om waarde te leveren aan de patiënt. Maar wat gebeurt er? We discussiëren over een onderdeel (salarissen in de zorg) en laten enorme kansen links liggen. Onze gezondheidszorg is zo’n 93 miljard euro groot. Ruim een kwart daarvan wordt gespendeerd in ziekenhuizen en weer ongeveer 10 procent (dus per saldo 2,5 procent) daarvan gaat naar de directeuren en medisch specialisten honoraria. Nederland heeft 17.250 medisch specialisten waarvan ongeveer driekwart vrijgevestigd. Die 2,5 procent is een boel geld, dat realiseer ik me ook, en daar moet genuanceerd over gesproken worden. Maar het laat tevens zien dat we over 97,5 procent ook hele zinnige kosteneffectieve maatregelen kunnen en moeten nemen!
Verloren jaar
De nadruk op het absolute salaris leidt tot een verlamming in de zorg en maakt 2014 nu al een verloren jaar voor de waardecreatie voor de patiënt. Twee concrete voorbeelden. De Wet Normering Topinkomens zorgt voor het feit dat er geen bestuurder meer van zijn plek kan of wil komen omdat hij/zij fors zal gaan inleveren in een eventuele nieuwe baan in de zorg. Deze angst leidt tot defensief besturen. Maar erger nog: het functioneren van een bestuurder staat niet ter discussie, zijn salaris wel.
Medisch specialist 2015
De discussie ‘medisch specialist 2015’ (60.000 Google hits!) leidt ertoe dat zowel binnen als buiten de zorginstelling met vrijgevestigde medisch specialisten druk gediscussieerd wordt over de fiscale toekomst (en dus inkomen) van de medisch specialist. Uit ervaring kan ik u zeggen dat driekwart van alle discussies binnen het ziekenhuis dit jaar gaat over constructies die de zelfstandigheid van de medisch specialist waarborgt. En gezien het feit dat het ministerie van financiën hierin zich alleen achteraf toetsend wil opstellen blijft deze discussie tot ver in 2015 doorgaan. Hier gaat enorm veel tijd in zitten; tijd die niet wordt gespendeerd aan het nadenken en uitvoeren van waardecreatie voor de patiënt.
Zinvolle zorg
In dit kader had ik graag in 2014 die tijd besteed aan het verbeteren van de (zinvolle) zorg voor de patiënt. Betere artsen en verpleegkundigen met betere bestuurders die de organisatie kosteneffectiever maken. Concreter? Dat kan: schrap overbodige en onbewezen zorg, schrap het rondpompen van 5 miljoen zorgtoeslagen (5 miljoen Nederlanders betalen eigen risico enerzijds en ontvangen zorgtoeslag anderzijds) en dring terug de 3,3 procent no-show op de poliklinieken van onze ziekenhuizen! Zomaar enkele voorbeelden. Deze salarisdiscussie leidt alleen maar af van het werkelijke vraag: waar wordt de patiënt nu echt beter van? Maar misschien gaan we die discussie voeren in 2015?
Hoogleraar aan TiasNimbas Business School en cardio-anesthesioloog en intensivist in het Amphia Ziekenhuis.
@NardovdM