Ruim 15.000 hoogbejaarden kunnen door de aanscherping van de indicatieregels dit jaar geen aanspraak meer maken op een bed in een verzorgingshuis. Het aantal hulpbehoevende ouderen dat noodgedwongen thuis moet blijven wonen groeit tot 56 duizend in 2018. Dat becijfert het Algemeen Dagblad.
Sinds 1 januari komen ouderen met de indicatie zorgzwaartepakket (zzp) 3, het verzorgingshuis niet meer in. Dat zijn veelal 80-plussers die moeilijk ter been zijn, weleens iets vergeten, hulp nodig hebben bij het uit bed komen, bij het douchen of de maaltijd. In een verzorgingshuis zouden ze op grond van de oude indicatiestelling tot twaalf uur hulp per week krijgen, maar volgens de nieuwe normen is ‘zzp 3’ gezond genoeg om met de nodige thuiszorg zelfstandig te blijven wonen.
Zzp 4
Ouderen met zzp 1 en zzp 2 werd vorig jaar al toegang tot een verzorgingshuis ontzegd. Een plaats in het verzorgingshuis is alleen nog voor mensen vanaf zzp 4. Een deel van deze groep is vanaf 2016 aan de beurt. Als zij voldoende zorg van familie en buren kunnen krijgen, moeten ook zij thuis blijven wonen.
Vereenzaming
Consultant Wine te Meerman van adviesbureau Berenschot voorziet problemen. “Neem een oudere alleenstaande in een portiekflat met alleen AOW die slecht ter been is en vaak angstig met indicatie zzp3”, zegt Te Meerman in het AD. “Deze mevrouw heeft geen geld om zelf zorg te kopen. Maar ze móet thuis blijven wonen. Dan bestaat het risico dat mensen vereenzamen of veel sneller verslechteren dan nodig.”
De strengere zzp-normen hebben ook grote financiële gevolgen voor de verzorgingshuizen. Voor één oudere met zzp 3 werd door de overheid 5000 euro per maand betaald. Door het wegvallen van die groep worden nu massaal locaties van verzorgingshuizen gesloten.