Wat er met de medewerkers van thuiszorgorganisatie Sensire is gebeurd, vindt minister Lodewijk Asscher (Sociale Zaken) bijzonder onwenselijk. Maar hij ziet onvoldoende aanwijzingen om te zeggen dat er sprake was van een schijnconstructie.
Asscher stelde donderdagavond in een Kamerdebat over de zaak-Sensire dat hij niet direct lessen trekt. Hij wacht op het rapport van waarnemer Hans Borstlap om dan “in alle rust en redelijkheid” te kijken wat er aan de hand was, of er onhandig is geopereerd of dat er toch aanpassingen nodig zijn.
Constructies voorkomen
De Kamer wilde weten hoe constructies kunnen voorkomen waarbij thuiszorgmedewerkers worden ontslagen en tegen mindere arbeidsvoorwaarden weer aan het werk kunnen als alfahulp. Vakbond Abvakabo FNV stelde eerder dat gemeenten en Sensire afspraken maakten over het ontslag van 1100 medewerkers en het vervolgens goedkoper inhuren van mensen. “Ik kan me voorstellen dat dit voelt als een schijnconstructie en dat mensen het denken. Maar als minister heb ik te weinig aanwijzingen om te zeggen dat het zo is”, aldus Asscher. Ook staatssecretaris Martin van Rijn (Volksgezondheid) waagt zich niet een uitspraak over die mogelijke deal.
Afspraken
Alle partijen in de Kamer reageerden verheugd op de donderdag gemaakte afspraken waardoor 800 medewerkers van Sensire bij een nieuwe baas aan het werk kunnen. (ANP)