Goed gemeten kosteneffectiviteit van zorg zou vaker een doorslaggevende factor moeten zijn bij het kiezen uit verschillende behandelingen die vergoed worden. Hiervoor pleit Silvia Evers, hoogleraar Public Health Technology Assessment, tijdens haar oratie op vrijdag 1 februari.
Evers onderzoek spitste zich toe op de kosteneffectiviteit van interventies, met name in de publieke gezondheidszorg en de integrale zorg. Haar leerstoel, Health Technology Assessment, onderzoekt de toegevoegde waarde van behandelingen in de zorg, op medisch, economisch, sociaal en ethisch niveau. En dan met name met het oog op medische behandelingen in ziekenhuizen.
Keuze behandeling
Vaak is de keuze voor een behandeling volgens Evers niet gebaseerd op wetenschappelijk bewijs. Zij pleit voor behandelingskeuzes op basis van goed gemeten kosteneffectiviteit. “Ik begrijp bijvoorbeeld niet dat het College voor Zorgverzekeringen in haar recente conceptadvies adviseert over een beperking van de vergoeding van preventieve behandeling bij depressie, en alcoholgebruik. Het is wetenschappelijk bewezen dat voorkomen van psychische ziekten zeer kosteneffectief is en een grote impact heeft op de samenleving.”
Verouderde methodieken
Zij wijst op het probleem bij het goed meten van kosteneffectiviteit in de publieke gezondheidszorg en de integrale zorg. “Momenteel worden daarbij verouderde methodieken gebruikt, omdat er geen goede alternatieven zijn. Ik hoop een bijdrage te leveren aan het ontwikkelen van vernieuwende methodieken om kosteneffectiviteit te meten.”