Ouderen die veel wandelen, fietsen en tuinieren, hebben een betere kwaliteit zenuwbundels in hun hersenen dan leeftijdgenoten die weinig aan beweging doen. Lichamelijke inspanning heeft bovendien het meeste effect op het voorste gedeelte van de hersenen, het gebied dat onder meer verantwoordelijk is voor keuzes maken, vooruit denken en het beheersen van impulsen.
Dat hebben wetenschappers van het UMC St Radboud in Nijmegen geconcludeerd na een onderzoek onder een groep patiënten tussen 50 en 85 jaar. Het academisch ziekenhuis bracht de resultaten woensdag naar buiten.
Geheugenverlies
Artsen vermoeden al langer dat beweging beschermt tegen geheugenverlies en andere cognitieve stoornissen later in het leven, maar door dit onderzoek is nu voor het eerst aangetoond hoe dat komt, aldus het UMC StRadboud.
De patiënten werden onderzocht op vlekjes in de witte stof in de hersenen, die te zien zijn op een speciale MRI-scan. Dat is een apparaat dat het binnenste van het lichaam in beeld brengt. De vlekjes duiden op beschadigingen van de zenuwbundels. Ook vulden de onderzochte 50-plussers vragenlijsten in over onder meer hun bewegingspatroon, opleiding, sociale positie en ziektegeschiedenis.
Een artikel over het onderzoek is woensdag ook verschenen in Neurology, een Amerikaans tijdschrift over neurologie. (ANP)