De financiële positie van zorginstellingen is zwak. Ruim een kwart van de instellingen heeft een vermogenspositie die niet voldoet aan de streefnorm van het Waarborgfonds voor de Zorgsector. Dat blijkt uit cijfers die het Bureau voor de Statistiek (CBS) vrijdag heeft gepresenteerd.
Solvabiliteit
Het waarborgfonds staat garant voor bankleningen voor zorginstellingen en verlangt een minimale solvabiliteit tussen de tien en twintig procent. In 2008 had echter ongeveer een kwart van alle instellingen een solvabiliteit onder de tien procent. Dit is de groep met de grootste problemen.
Ziekenhuizen scoren slecht
De gemiddelde solvabiliteit van de ziekenhuizen is met 13 procent het laagst van alle zorgsectoren. De andere zorgsectoren doen het iets beter met gemiddeld 15 tot 17 procent.
Vergelijking met andere sectoren
Het CBS stelde de afgelopen jaren ook al vast dat de sector een zwakke vermogenspositie heeft. De gemiddelde solvabiliteit was zowel in 2007 als in 2008 15 procent. Ook vergeleken met andere sectoren doen de zorginstellingen het op dit punt slecht. Het solvabiliteitspercentage in de sector onderwijs was in 2007 37 procent. Dat van de commerciële dienstverlening 30 procent, dat van de industrie en bouw 65 procent.
Groei eigen vermogen
Het eigen vermogen van zorginstellingen (met uitzondering van universitaire medische centra) is de laatste jaren gegroeid. In een jaar tijd was dit in 2008 met 8,3 procent gestegen tot 5,8 miljard euro.
De solvabiliteit wordt berekend door het eigen vermogen te delen door de bedrijfsopbrengsten. “De laatste jaren zie je dat de opbrengsten van de zorginstellingen flink toenamen, maar dat er volgens de norm van het waarborgfonds te weinig geld apart wordt gezet om in geval van nood leningen van de bank te kunnen aflossen,” aldus een woordvoerder van het CBS. Lees het volledige CBS-rapport. (ANP)