Pathologen hoeven nergens te registreren dat ze organen van overledenen na een obductie bewaren voor verder onderzoek of andere doeleinden.
Dit blijkt uit onderzoek van ZEMBLA. Families begraven of cremeren daardoor hun dierbaren, zonder hart of hersenen, zonder dat ze dat weten. In de uitzending van donderdag 8 mei wordt bovendien gezegd dat nabestaanden onvoldoende worden geïnformeerd over het uitnemen van organen, bij een obductie in een ziekenhuis of een gerechtelijke sectie in het Nederlands Forensisch Instituut (NFI).
Informeren
In ziekenhuizen zijn de behandelend artsen verantwoordelijk voor het adequaat informeren van nabestaanden over obductie. ZEMBLA inventariseert bij negentig ziekenhuizen of ze een brochure hebben waarin nabestaanden geïnformeerd worden over obductie. 20 Procent van de ziekenhuizen heeft geen brochure. Bij 16 procent mist belangrijke informatie over het uitnemen en bewaren van organen. In totaal informeert 36 procent van de ziekenhuizen niet of onvolledig middels schriftelijke informatie, aldus het programma.
Niets veranderd
In 2001 concludeerde de IGZ al dat nabestaanden door de behandelend arts niet voldoende voorgelicht worden over obductie. De IGZ drong er toen op aan dat er betere regelgeving moest komen. Dertien jaar later is er in de wet nog niets veranderd. Het Ministerie van Volksgezondheid laat aan ZEMBLA weten momenteel te onderzoeken of er voldoende regels zijn omtrent het bewaren van lichaamsmateriaal.