Investeerders in de life sciences, met name venture capitalists, richten zich te sterk op de korte termijn. Dit stelt life schiences ondernemer Rein Strijker. Deze korte investeringen staan doorontwikkeling van de sector in de weg.
Strijker maakte zijn opmerkingen tijdens de Dutch Life Sciences Conference, de jaarlijkse bijeenkomst van de Nederlandse life sciences sector. Volgens Strijker, serial entrepreneur en CEO van VitalneXt, is het begrijpelijk dat investeerders streven naar maximaal rendement binnen een overzichtelijke periode, maar dit streven staat haaks op het belang van de innovatieve bedrijven waarin ze investeren. Waar de kapitaalverstrekker vaak ruim voor de marktintroductie van een vinding zijn belang verzilvert, zijn die bedrijven juist gebaat bij financiële zekerheid. Dit terugkerende patroon staat een volwassen life sciences sector in de weg, aldus Strijker.
Strijker vindt dat de sector op zoek moet naar investeerders die langer investeren zodat ondernemers hun product goed naar de markt kunnen brengen. “Waardecreatie gaat uiteindelijk om het realiseren van winst gedurende een lange periode”, vindt Strijker. “En dat is pas mogelijk bij producten die hun weg naar de consument vinden. De kracht van een sector wordt uiteindelijk bepaald door goede producten en de waardering van degenen die de producten kopen.”
Te beperkt
Ook de life sciences sector zelf kan stappen zetten, erkent Strijker. “We zijn vaak veel te beperkt bezig. Ruim 90 procent van alle innovaties is gericht op ziektes, en dan het liefst op moeilijke en zeldzame ziektes.” Volgens hem levert een sterkere aandacht voor gezondheid en preventie de sector meer mogelijkheden op. “Kijk eens hoeveel kansen healthy ageing biedt”, stelt Strijker.” Rond het Universitair Medisch Centrum Groningen is zich op dit gebied een heel kenniscluster aan het ontwikkelen. Gezien de voortschrijdende vergrijzing neemt de vraag naar kwalitatief goede producten op dat vlak alleen maar toe.”
Behalve lucratief kennen innovaties bij verouderingsziektes ook een hoog maatschappelijk rendement. “Als we de gemiddelde leeftijd van mensen met een eerste klinische diagnose van met vijf jaar weten te verhogen, dan beperk je uiteindelijk het aantal dementiepatiënten met 50 procent”, stelt Strijker. “Er is dan veel minder zorg nodig.”