Huisartsen leggen professionele richtlijnen naast zich neer wanneer deze extra tijd kosten. Aanbevelingen die wel tijd besparen worden wel gevolgd. Dit blijkt uit NIVEL-onderzoek naar de werkbelasting van huisartsen, waarop Michael van den Berg promoveerde bij Tranzo aan de universiteit van Tilburg.
Winst
Uit het onderzoek ook blijkt dat huisartsen meer patiënten behandelen in minder tijd. De efficiencywinst zit vooral in een andere organisatie van de avond-, nacht- en weekenddiensten. Tussen 1987 en 2001 is de vraag naar huisartsenzorg met ongeveer 10 procent toegenomen. In diezelfde periode zijn huisartsen minder uren gaan werken. De gemiddelde werkweek daalde van gemiddeld 53 naar 44 uur.
Werkbelasting
Volgens Van den Berg blijkt de delegatie van taken aan assistenten en ondersteuners de werklast lang niet altijd te verminderen. De komst van huisartsenposten daarentegen heeft wél enorm bijgedragen aan de afname van de werkbelasting, vooral door de andere opzet van de avond-, nacht- en weekenddiensten. Huisartsen hoeven daardoor tot 70 procent minder tijd te besteden aan deze diensten. Ook besparen artsen tijd door minder visites af te leggen en meer telefonische consulten te verrichten.
Deeltijd
In 1987 waren er veel meer mannelijke huisartsen dan vrouwelijke huisartsen en werkten vooral vrouwen in deeltijd. In 2001 waren er nog steeds meer mannelijke huisartsen, maar werkten ook zij meer in deeltijd. “Dat huisartsen tegenwoordig minder werken dan vroeger wordt vaak ten onrechte toegeschreven aan de feminisering van het beroep, want ook de jonge, mannelijke huisartsen werken vaak in deeltijd”, aldus Michael van den Berg.