De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) kondigt bijna 40 procent van haar bezoeken aan zorginstellingen aan. Omdat minister Edith Schippers (Volksgezondheid) wil dat de Inspectie bezoeken in principe niet aankondigt, laat ze evalueren in 2016 of de IGZ “de juiste afweging maakt tussen het belang van het niet aankondigen van bezoeken en de beoogde effectiviteit”.
Dit schrijft de minister in een brief aan de Tweede Kamer.
Als het aan de minister ligt, kondigt de Inspectie bezoeken in principe niet aan, “tenzij dit zorginhoudelijk niet verantwoord of ineffectief is”. Zo kan er bijvoorbeeld sprake zijn van de noodzaak om patiënten voor te bereiden op een bezoek, zoals bij de zorgverlening aan mensen met een stoornis in het autismespectrum. Een ander voorbeeld is wanneer er de noodzaak is om specifieke, niet-alledaagse handelingen te toetsen. Overigens past de IGZ bij elk bezoek, ook bij de aangekondigde, “een groot aantal onaangekondigde elementen” toe.
Meldingsplicht nieuwe zorgaanbieders
Sinds 2015 bezoekt de IGZ zo snel mogelijk nieuwe zorgaanbieders. Het toezicht op nieuwe zorgaanbieders kent nog wel enkele knelpunten, schrijft de minister. “Zo is het voor de IGZ nu lastig om er achter te komen welke aanbieders zich op de zorgmarkt begeven en wanneer deze starten met de zorgverlening.” Ook zijn veel nieuwe aanbieders onbekend met de randvoorwaarden voor verantwoorde zorg en voldoen ze daar vaak ook niet aan. Om het toezicht op nieuwe zorgaanbieders te versterken, wil Schippers een wettelijke meldingsplicht vastleggen en de voorwaarden creëren voor een betrouwbare, landelijke registratie door het Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg.