De medische zorg in uitzet- en detentiecentra kan op verschillende punten beter. Zo is de beoordeling van de psychische gesteldheid van gedetineerden onvoldoende en is de dossiervoering onoverzichtelijk. Dat heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) donderdag gemeld.
De inspectie bezocht alle detentie- en uitzetcentra en onderzocht deze onder meer op kwaliteit van zorg, het personeel en de medicatieveiligheid. De IGZ is over het algemeen tevreden over de medische zorg in de centra. Deze is “voldoende laagdrempelig toegankelijk”. Binnen 24 uur na binnenkomst vindt een zorgvuldige screening plaatst. Verder is de overdracht van medische informatie in orde en is van alle ingeslotenen een actueel medicatieoverzicht beschikbaar.
Aandachtspunten
Drie onderwerpen vragen echter aandacht: dossiervoering, het systematisch beoordelen van de psychische gesteldheid en afspraken tussen de verschillende zorgverleners. De dossiervoering is te gefragmenteerd en onoverzichtelijk, stelt de IGZ. De beoordeling van de psychische gesteldheid wordt onvoldoende systematisch uitgevoerd waardoor het gevaar bestaat dat risico’s onvoldoende in beeld zijn. Tot slot ontbreekt het in de detentie- en uitzetcentra aan een uitgewerkt professioneel statuut. Hierin moeten afspraken zijn vastgelegd over taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de verschillende zorgverleners.
Aanleiding voor het onderzoek waren enkele incidenten en onvrede bij de mensen die vast zitten in de centra en de kwetsbare positie waarin zij verkeren, aldus de IGZ. (ANP / Skipr)